Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: oppressé

Franse en Duitse zoekresultaten voor: oppressé

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

oppressé:
- eingeklemmt; bedrängt; bange; beklemmt
oppresser:
- bedrängen; beklemmen
Wiktionary:
- oppressé → schwül, beklemmt
- oppresser → beklemmen
- oppresser → beengen, bedrücken

Frans

Uitgebreide vertaling voor oppressé (Frans) in het Duits

oppressé:

oppressé bijvoeglijk naamwoord

oppressé (coincé; serré)
eingeklemmt; bedrängt
- eingeklemmt bijvoeglijk naamwoord
- bedrängt bijvoeglijk naamwoord
oppressé (serré)
eingeklemmt; bange; bedrängt; beklemmt
- eingeklemmt bijvoeglijk naamwoord
- bange bijvoeglijk naamwoord
- bedrängt bijvoeglijk naamwoord
- beklemmt bijvoeglijk naamwoord
oppressé (oppressant)
beklemmt; bedrängt; bange
- beklemmt bijvoeglijk naamwoord
- bedrängt bijvoeglijk naamwoord
- bange bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor oppressé:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bange	oppressant; oppressé; serré	alarmé; inquiet
bedrängt	coincé; oppressant; oppressé; serré	confiné; critique; difficile; délicat; embarrassant; gênant; inquiétant; pénible; sans air; épineux; étouffant
beklemmt	oppressant; oppressé; serré	confiné; sans air; étouffant
eingeklemmt	coincé; oppressé; serré

Synoniemen voor "oppressé":

gêné; dominé; étouffé

Wiktionary: oppressé

Cross Translation:

From	To	Via
• oppressé	→ schwül; beklemmt	↔ benauwd — moeilijk ademend

oppresser:

oppresser werkwoord (oppresse, oppresses, oppressons, oppressez, oppressent, oppressais, oppressait, oppressions, oppressiez, oppressaient, oppressai, oppressas, oppressa, oppressâmes, oppressâtes, oppressèrent, oppresserai, oppresseras, oppressera, oppresserons, oppresserez, oppresseront)

oppresser (étouffer)
bedrängen; beklemmen
- bedrängen werkwoord (bedränge, bedrängst, bedrängt, bedrängte, bedrängtet, bedrängt)
- beklemmen werkwoord (beklemme, beklemmst, beklemmt, beklemmte, beklemmtet, beklemmt)

Conjugations for oppresser:

Présent

oppresse
oppresses
oppresse
oppressons
oppressez
oppressent

imparfait

oppressais
oppressais
oppressait
oppressions
oppressiez
oppressaient

passé simple

oppressai
oppressas
oppressa
oppressâmes
oppressâtes
oppressèrent

futur simple

oppresserai
oppresseras
oppressera
oppresserons
oppresserez
oppresseront

subjonctif présent

que j'oppresse
que tu oppresses
qu'il oppresse
que nous oppressions
que vous oppressiez
qu'ils oppressent

conditionnel présent

oppresserais
oppresserais
oppresserait
oppresserions
oppresseriez
oppresseraient

passé composé

ai oppressé
as oppressé
a oppressé
avons oppressé
avez oppressé
ont oppressé

divers

oppresse!
oppressez!
oppressons!
oppressé
oppressant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor oppresser:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedrängen	oppresser; étouffer
beklemmen	oppresser; étouffer

Synoniemen voor "oppresser":

étouffer; asphyxier; étrangler; garrotter; noyer; suffoquer; resserrer; essouffler; asservir; estomaquer; étonner; irriter; indigner

Wiktionary: oppresser

oppresser

verb

(transitiv), von etwas: jemanden körperlich oder seelisch beengen, bedrücken
- beklemmen → appuyer en écrasant; oppresser; presser; serrer

Cross Translation:

From	To	Via
• oppresser	→ beengen; bedrücken	↔ beklemmen — een bedrukt gevoel geven

Computer vertaling door derden: