Frans

Uitgebreide vertaling voor phare (Frans) in het Duits

phare:

phare [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le phare
    der Leuchtturm
  2. le phare
    der Scheinwerfer
  3. le phare
    Blinklicht; Feuerzeichen
  4. le phare (projecteur; spot)
    der Scheinwerfer; der Strahler; der Spott; der Suchscheinwerfer
  5. le phare (lampe de signalisation; clignoteur)
    die Signallampe

Vertaal Matrix voor phare:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blinklicht phare feu clignotant; feu à éclipses; lumière vacillante
Feuerzeichen phare
Leuchtturm phare
Scheinwerfer phare; projecteur; spot caissons lumineux; phares; phares pièges; pièges lumineux; projecteur; projecteurs; spot; spots
Signallampe clignoteur; lampe de signalisation; phare fanal; lampe à signaux
Spott phare; projecteur; spot diffamation; dérision; honte; insulte; ironie; moquerie; objet de risée; outrage; projecteur; raillerie; ricanement; rire de dérision; rire moqueur; risée; sarcasme; spot
Strahler phare; projecteur; spot projecteur; radiateur; radiateur électrique; radiateurs; radiateurs électriques; spot
Suchscheinwerfer phare; projecteur; spot projecteur; spot

Synoniemen voor "phare":


Wiktionary: phare

phare
noun
  1. Tour portant un feu destiné à guider les navires.
  2. Projecteur éclairant la route d’un véhicule.
phare
noun
  1. weithin Lichtsignale ausstrahlender Turm an der Küste

Cross Translation:
FromToVia
phare Scheinwerfer headlamp — headlight
phare Leuchtturm lighthouse — building containing a light to warn or guide ships
phare Scheinwerfer koplamp — een witte of gele lamp aan de voorzijde van een voertuig

Verwante vertalingen van phare