Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vaccin:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vaccin (Frans) in het Duits

vaccin:

vaccin [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vaccin
    die Impfung; der Impfstoff
  2. le vaccin
    der Impfstoff

Vertaal Matrix voor vaccin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Impfstoff vaccin
Impfung vaccin inoculation; vaccination

Synoniemen voor "vaccin":


Wiktionary: vaccin

vaccin
noun
  1. substance inoculée contre une maladie (2)
  2. inoculation (3)
vaccin
noun
  1. Medizin: Stoff, der dem Körper gegeben wird, um die Produktion von Antikörpern anzuregen und so eine Immunität gegen eine Krankheit zu erreichen

Cross Translation:
FromToVia
vaccin Impfstoff vaccin — een entstof om afweer op te bouwen
vaccin Impfstoff; Vakzine vaccine — substance that stimulates production of antibodies

vacciné:


Synoniemen voor "vacciné":

  • immun; immunisant; immunisé; mithridatisé