Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. éblouissement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor éblouissement (Frans) in het Duits

éblouissement:

éblouissement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'éblouissement (étourdissement)
    Schwindelgefühl; der Schwindel
  2. l'éblouissement (aveuglement; cécité)
    die Verblendung; die Blindheit

Vertaal Matrix voor éblouissement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blindheit aveuglement; cécité; éblouissement cécité; manque d'intelligence; non-voyants
Schwindel éblouissement; étourdissement attrape-nigaud; barbouillage; bluff; bousillage; duperie; escroquerie; escroqueries; filouterie; fraude; imposture; malversation; mystification; piège grossier; soulèvements; tricherie; tromperie; tromperies; éclaboussure
Schwindelgefühl éblouissement; étourdissement vertige; étourdissement
Verblendung aveuglement; cécité; éblouissement abrutissement; folie; égarement

Synoniemen voor "éblouissement":


Wiktionary: éblouissement

éblouissement
noun
  1. visuelle Störempfindung, welche durch Leuchtdichteunterschiede des Umfeldes ausgelöst wird

Verwante vertalingen van éblouissement