Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal branchage

Vertaal branchage van Frans naar Duits

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

branchage:
- Böcke; Sessel; Reisig; Ausläufer; Reisigholz
Wiktionary:
- branchage → Astwerk, Gesweig, Reisig, lop

Frans

Uitgebreide vertaling voor branchage (Frans) in het Duits

branchage:

branchage [le ~] zelfstandig naamwoord

le branchage (osier; sièges; fauteuils)
der Böcke; der Sessel; der Reisig; der Ausläufer
- Böcke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sessel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Reisig [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausläufer [der ~] zelfstandig naamwoord
le branchage (osier)
der Reisig; Reisigholz
- Reisig [der ~] zelfstandig naamwoord
- Reisigholz [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor branchage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausläufer	branchage; fauteuils; osier; sièges	sarment; sièges; tabourets; tige
Böcke	branchage; fauteuils; osier; sièges	sièges; supports de queues; tabourets
Reisig	branchage; fauteuils; osier; sièges	bois mort
Reisigholz	branchage; osier
Sessel	branchage; fauteuils; osier; sièges	bancs; chaise; chaises; fauteuil; fauteuils; place assise; places assises; siège; sièges

Synoniemen voor "branchage":

ramure; rameau; ramille; ramée; branchette; brindille; tige; pousse; rejet; rejeton; surgeon; bois; pampre; branche

Wiktionary: branchage

branchage

noun

ensemble des branches d’un arbre ou d'un arbuste.
- branchage → Astwerk; Gesweig; Reisig; lop

branchage

noun

dürre, trockene Zweige, die von Baum oder Busch abgefallen sind und häufig als Brennmaterial benutzt werden
- Reisig → branchage