Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. caillot:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor caillot (Frans) in het Duits

caillot:

caillot [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le caillot
    der Blutpropfen
  2. le caillot (grumeau; gros morceau; morceau; motte; masse)
    der Klumpen; der Grus; der Brocken; der Holzschuh; der Klecks; der Tölpel
    • Klumpen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Grus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Brocken [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Holzschuh [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klecks [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Tölpel [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. le caillot (grumeau; tache; pâté; giclure; marron)
    der Schmutz; der Schlamm; der Klacks; der Klecks; der Dreck; der Klumpen; der Matsch
    • Schmutz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlamm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klacks [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klecks [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Dreck [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klumpen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Matsch [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caillot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blutpropfen caillot
Brocken caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte article; cognement; composition; gnon; grumeau; morceau; partie; petit bout; petit débris; petit morceau; petit peu; petite pièce; publication; quignon; tapage
Dreck caillot; giclure; grumeau; marron; pâté; tache bouse; caca; cochonnerie; crasse; crotte; crottin; excréments; fiente; grain de poussière; immondices; malpropreté; matières fécales; merde; obscénité; ordure; pollution; poussière; répugnance; saleté; saloperie; souillure
Grus caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte gravier
Holzschuh caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte chaussure de bois; sabot
Klacks caillot; giclure; grumeau; marron; pâté; tache
Klecks caillot; giclure; gros morceau; grumeau; marron; masse; morceau; motte; pâté; tache blâme; faubert; frottis; moucheture; petit point; point; pointe; pâté; salissure; souillure; tache; vadrouille; éclaboussure
Klumpen caillot; giclure; gros morceau; grumeau; marron; masse; morceau; motte; pâté; tache amas; cognement; foule; gnon; grumeau; masse; morceau; partie; quignon; tapage; tas
Matsch caillot; giclure; grumeau; marron; pâté; tache boue; bourbe; gadoue; limon; vase
Schlamm caillot; giclure; grumeau; marron; pâté; tache boue; bourbe; dépôt; gadoue; limon; résidu; sédiment; vase
Schmutz caillot; giclure; grumeau; marron; pâté; tache bouse; caca; cochonnerie; crasse; crotte; crottin; excréments; fiente; immondices; malpropreté; matières fécales; merde; négligence; obscénité; ordure; pollution; répugnance; saleté; saloperie; souillure
Tölpel caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte cinglé; clown; cruche; dadais; dingo; dingue; fada; fou; idiot; imbécile; lourdaud; minus; niais; nigaud; nullard; nullité; plouc; péquenot; rustre; schnock; schnoque; sot; toqué; vieux schnock

Synoniemen voor "caillot":


Wiktionary: caillot

caillot
Cross Translation:
FromToVia
caillot Blutgerinnsel clot — blood clot

Verwante vertalingen van caillot