Frans
Uitgebreide vertaling voor choisi (Frans) in het Duits
choisi:
-
choisi (sélectionné; élu)
gewählt; auserkoren; auserwählt-
gewählt bijvoeglijk naamwoord
-
auserkoren bijvoeglijk naamwoord
-
auserwählt bijvoeglijk naamwoord
-
-
choisi (sélectionné; élu)
ausgewählt; auserkoren; gewählt; auserwählt; bevorzugt; ausgelesen-
ausgewählt bijvoeglijk naamwoord
-
auserkoren bijvoeglijk naamwoord
-
gewählt bijvoeglijk naamwoord
-
auserwählt bijvoeglijk naamwoord
-
bevorzugt bijvoeglijk naamwoord
-
ausgelesen bijvoeglijk naamwoord
-
-
choisi (de choix)
sortiert; ausgewählt; ausgesucht-
sortiert bijvoeglijk naamwoord
-
ausgewählt bijvoeglijk naamwoord
-
ausgesucht bijvoeglijk naamwoord
-
-
choisi (exquis; magnifique; de choix; délicat; d'élite)
ausgelesen; ausgewählt; ausgesucht-
ausgelesen bijvoeglijk naamwoord
-
ausgewählt bijvoeglijk naamwoord
-
ausgesucht bijvoeglijk naamwoord
-
-
choisi (élu; sélectionné; de choix)
ausgesucht; ausgewählt; auserkoren; ausgelesen; auserwählt; auserlesen-
ausgesucht bijvoeglijk naamwoord
-
ausgewählt bijvoeglijk naamwoord
-
auserkoren bijvoeglijk naamwoord
-
ausgelesen bijvoeglijk naamwoord
-
auserwählt bijvoeglijk naamwoord
-
auserlesen bijvoeglijk naamwoord
-
-
choisi
ausgewählt; ausgesucht; auserlesen-
ausgewählt bijvoeglijk naamwoord
-
ausgesucht bijvoeglijk naamwoord
-
auserlesen bijvoeglijk naamwoord
-