Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal défiance

Vertaal défiance van Frans naar Duits

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

défiance:
- Mißtrauen; Argwohn; Defizit
Wiktionary:
- défiance → Argwohn
- défiance → Argwohn, Misstrauen

Frans

Uitgebreide vertaling voor défiance (Frans) in het Duits

défiance:

défiance [la ~] zelfstandig naamwoord

la défiance (méfiance; soupçon)
Mißtrauen; der Argwohn
- Mißtrauen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Argwohn [der ~] zelfstandig naamwoord
la défiance (déficit; manque; insuffisance; pénurie; carence; défaut; disette)
Defizit
- Defizit [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor défiance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Argwohn	défiance; méfiance; soupçon; suspicion
Defizit	carence; disette; défaut; défiance; déficit; insuffisance; manque; pénurie	absence; besoin; disette; déficience; déficit; frugalité; infortune; manque; misère; pauvreté; pénurie; rareté
Mißtrauen	défiance; méfiance; soupçon; suspicion

Synoniemen voor "défiance":

circonspection; discrétion; prudence; précaution; réserve; retenue; discernement; réticence; modération; diplomatie; méfiance; suspicion; doute; vigilance; prévention; prophylaxie; soupçon; ombrage; ombre

Wiktionary: défiance

défiance

noun

Verdacht, Misstrauen
- Argwohn → défiance; suspicion

Cross Translation:

From	To	Via
• défiance	→ Argwohn; Misstrauen	↔ distrust — lack of trust or confidence
• défiance	→ Misstrauen	↔ mistrust — lack of trust