Dehors in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

dehors:
- auswärts; außer Hause; raus; im Freien; draußen; in der Natur
- Außenseite; Ansicht; Aussehen; Äußere; Gestalt; Erscheinung; Erscheinungsform; Statur
Wiktionary:
- dehors → äußerlich, draußen, im Freien, außerhalb, draussen
- dehors → außen, äußerlich, Außenanlagen
- dehors → raus, draußen, außerhalb

Frans

Uitgebreide vertaling voor dehors (Frans) in het Duits

dehors:

dehors bijvoeglijk naamwoord

dehors (hors de la maison; en dehors de; au grand air; en plein air; à la campagne; à l'extérieur de)
auswärts; außer Hause
- auswärts bijvoeglijk naamwoord
- außer Hause bijvoeglijk naamwoord
dehors
raus
- raus bijvoeglijk naamwoord
dehors (dans la nature; en campagne; à la campagne; à l'extérieur)
im Freien; draußen; in der Natur
- im Freien bijvoeglijk naamwoord
- draußen bijvoeglijk naamwoord
- in der Natur bijvoeglijk naamwoord

dehors [le ~] zelfstandig naamwoord

le dehors (côté extérieur; extérieur; face externe)
die Außenseite
- Außenseite [die ~] zelfstandig naamwoord
le dehors (air de quelqu'un; apparence; extérieur; physique; aspect)
die Ansicht; Aussehen; Äußere; die Gestalt; die Erscheinung; die Erscheinungsform; die Statur
- Ansicht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Aussehen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Äußere [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gestalt [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erscheinung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erscheinungsform [die ~] zelfstandig naamwoord
- Statur [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dehors:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ansicht	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique	Affichage; affichage; air; allure; aperception; apparence; aspect; avis; carte; carte postale; compréhension; concept; conception; conscience; conviction; discernement; doctrine; entendement; exposé; façon de penser; façon de voir; idée; image perçue; impression; intention; interprétation; jugement; manière de regarder; mentalité; notion; observation; opinion; optique; panorama; pensionné; pensée; perception; perspective; perspicacité; point de vue; position; prise de position; réflexion; sentence; spectacle; vision; vue
Aussehen	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique; silhouette; stature; taille
Außenseite	côté extérieur; dehors; extérieur; face externe
Erscheinung	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique	air; allure; apparence; apparition; aspect; comparution; extérieur; figure; forme; manifestation; mine; parution; physique; phénomène; posture; silhouette; stature; symptôme; taille
Erscheinungsform	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique	air; allure; apparence; apparition; aspect; comparution; extérieur; figure; forme; mine; parution; physique; silhouette
Gestalt	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique	air; allure; apparence; aspect; configuration; domestique; extérieur; façon; figure; forme; genre humain; homme; humanité; individu; laquais; manière; mine; mortel; moule; personne; physique; posture; silhouette; stature; taille; type; valet; valet de chambre; être; être humain
Statur	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique	air; allure; apparence; aspect; figure; forme; posture; silhouette; stature; taille
Äußere	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique	air; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique; silhouette; stature; taille
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
im Freien	dans la nature; dehors; en campagne; à l'extérieur; à la campagne	Extérieur; découvert; en plein air; à découvert
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
auswärts	au grand air; dehors; en dehors de; en plein air; hors de la maison; à l'extérieur de; à la campagne	dirigé vers l'extérieur; en dehors; vers l'extérieur
außer Hause	au grand air; dehors; en dehors de; en plein air; hors de la maison; à l'extérieur de; à la campagne
draußen	dans la nature; dehors; en campagne; à l'extérieur; à la campagne	en dehors de; en dehors de ceci; extérieur; sans; à la campagne; étranger
in der Natur	dans la nature; dehors; en campagne; à l'extérieur; à la campagne
raus	dehors

Synoniemen voor "dehors":

abord; accueil; alentours; apparence; extérieur; externe; apparent; visible; périphérie; aspect; extérieurement; apparemment; oust

Wiktionary: dehors

dehors

-
- dehors → äußerlich; draußen

noun

Partie extérieure d’une chose
- dehors → außen; äußerlich
Zones dépendantes d’un château, d’une maison
- dehors → Außenanlagen
Fortifications extérieures d’une place forte
- dehors → Außenanlagen

dehors

adverb

schnell gesprochenes, in flüssiger Rede und umgangssprachlich und in vielen Dialekten auftauchendes heraus oder hinaus
- raus → dehors
außerhalb eines bestimmten Ortes, Gebietes oder Gebäudes
- draußen → dehors
als Adverb: draußen, in der weiteren Umgebung
- außerhalb → dehors

Cross Translation:

From	To	Via
• dehors	→ im Freien; draußen	↔ outdoors — in the open air
• dehors	→ außerhalb; draußen	↔ outside — on or towards the outside
• dehors	→ draußen; draussen	↔ outside — outdoors

Verwante vertalingen van dehors

Remove Ads

Vertaal dehors van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor dehors (Frans) in het Duits

dehors:

dehors bijvoeglijk naamwoord

dehors (hors de la maison; en dehors de; au grand air; en plein air; à la campagne; à l'extérieur de)

dehors

dehors (dans la nature; en campagne; à la campagne; à l'extérieur)

dehors [le ~] zelfstandig naamwoord

le dehors (côté extérieur; extérieur; face externe)

le dehors (air de quelqu'un; apparence; extérieur; physique; aspect)

Vertaal Matrix voor dehors:

Synoniemen voor "dehors":

Wiktionary: dehors

Verwante vertalingen van dehors