Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. faire peur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor faire peur (Frans) in het Duits

faire peur:

faire peur werkwoord

  1. faire peur (faire peur à; consterner; épouvanter; )
    erschrecken; Aangst einjaagen; einschüchtern; tyrannisieren; terrorisieren
    • erschrecken werkwoord
    • Aangst einjaagen werkwoord
    • einschüchtern werkwoord (schüchtere ein, schüchterst ein, schüchtert ein, schüchterte ein, schüchtertet ein, eingeschüchtert)
    • tyrannisieren werkwoord (tyrannisiere, tyrannisierst, tyrannisiert, tyrannisierte, tyrannisiertet, tyrannisiert)
    • terrorisieren werkwoord (terrorisiere, terrorisierst, terrorisiert, terrorisierte, terrorisiertet, terrorisiert)
  2. faire peur (intimider; terroriser; épouvanter; angoisser; tyranniser)
    terrorisieren; einschüchtern; tyrannisieren
    • terrorisieren werkwoord (terrorisiere, terrorisierst, terrorisiert, terrorisierte, terrorisiertet, terrorisiert)
    • einschüchtern werkwoord (schüchtere ein, schüchterst ein, schüchtert ein, schüchterte ein, schüchtertet ein, eingeschüchtert)
    • tyrannisieren werkwoord (tyrannisiere, tyrannisierst, tyrannisiert, tyrannisierte, tyrannisiertet, tyrannisiert)

Vertaal Matrix voor faire peur:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aangst einjaagen alarmer; angoisser; consterner; faire peur; faire peur à; intimider; terroriser; tyranniser; épouvanter
einschüchtern alarmer; angoisser; consterner; faire peur; faire peur à; intimider; terroriser; tyranniser; épouvanter agacer; assommer; brimer; brusquer; embarrasser; embêter; enquiquiner; exercer pression sur quelqu'un; importuner; incommoder; intimider; maltraiter; menacer; rudoyer; tyranniser
erschrecken alarmer; angoisser; consterner; faire peur; faire peur à; intimider; terroriser; tyranniser; épouvanter alarmer; avertir; choquer; faire peur à qn; inquiéter; mettre en garde contre; s'effrayer; ébranler
terrorisieren alarmer; angoisser; consterner; faire peur; faire peur à; intimider; terroriser; tyranniser; épouvanter
tyrannisieren alarmer; angoisser; consterner; faire peur; faire peur à; intimider; terroriser; tyranniser; épouvanter agacer; assommer; brimer; brusquer; embarrasser; embêter; enquiquiner; importuner; incommoder; intimider; maltraiter; rudoyer; tyranniser

Wiktionary: faire peur

faire peur
verb
  1. jemanden in Angst versetzen

Verwante vertalingen van faire peur