Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. galopin:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor galopin (Frans) in het Duits

galopin:

galopin [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le galopin (blanc-bec; polisson)
    Gör
    • Gör [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor galopin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gör blanc-bec; galopin; polisson asticot; avorton; bambin; bébé; enfant; gamin; gosse; jeune enfant; mioche; moutard; nabot; petiot; petit; petit enfant; petit garçon; petite fille; tout-petit; têtard; vermisseau

Synoniemen voor "galopin":


Wiktionary: galopin

galopin
noun
  1. ursprünglich: Bauer, Bauernjunge; großer, kräftiger, oft ungebildeter, unhöflicher Mann vom Lande
  2. scherzhaft, als Bezeichnung für kleine Jungen: Schelm, Schlingel