Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. habitat:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor habitat (Frans) in het Duits

habitat:

habitat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'habitat (environnement; atmosphère; ambiance)
    die Umwelt; Milieu; der Lebensbereich
  2. l'habitat

Vertaal Matrix voor habitat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Lebensbereich ambiance; atmosphère; environnement; habitat environnement
Milieu ambiance; atmosphère; environnement; habitat
Umwelt ambiance; atmosphère; environnement; habitat alentours; entourage; environnement; environs
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Wohnmilieu habitat

Synoniemen voor "habitat":


Wiktionary: habitat

habitat
noun
  1. Biologie: der charakteristische Wohnort bzw. Standort einer Tier- oder Pflanzenart

Cross Translation:
FromToVia
habitat Habitat habitat — natural conditions in which a plant or animal lives

Verwante vertalingen van habitat