Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hiatus:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor hiatus (Frans) in het Duits

hiatus:

hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'hiatus (lacune; vide)
    der Hiatus
    • Hiatus [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'hiatus (lacune; vide; manque; défaut)
    die Lücke; der Mangel; die Leere; Manko
    • Lücke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mangel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Leere [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Manko [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hiatus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hiatus hiatus; lacune; vide
Leere défaut; hiatus; lacune; manque; vide vacuité; vide
Lücke défaut; hiatus; lacune; manque; vide
Mangel défaut; hiatus; lacune; manque; vide absence; besoin; bévue; calandre; disette; défaillance; défaut; déficience; déficit; erreur; faiblesse; faute; frugalité; gaffe; imperfection; impuissance; infortune; insuffisance; lacune; maladresse; manque; misère; pauvreté; pénurie; rareté; sensibilité; énormité
Manko défaut; hiatus; lacune; manque; vide défaillance; défaut; déficit; faiblesse; impuissance; insuffisance; lacune; manque; pénurie; sensibilité

Synoniemen voor "hiatus":


Wiktionary: hiatus

hiatus
noun
  1. Succession de deux voyelles
hiatus
noun
  1. Geologie: zeitliche Lücke bei der Ablagerung von Gesteinen
  2. Linguistik, Literaturwissenschaft: das Zusammentreffen zweier Vokale am Ende des einen und am Anfang des folgenden Wortes oder Wortteils
  3. Medizin: Öffnung, Spalt