Frans

Uitgebreide vertaling voor rondeur (Frans) in het Duits

rondeur:

rondeur [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rondeur (courbure; courbe; tournant; bibine)
    die Windung; die Wölbung; die Krümmung; Zeug; die Suppe; die Krümme
    • Windung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Wölbung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Krümmung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Suppe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Krümme [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. la rondeur (honneur; voûte; arche; flexion)
    die Biegung; die Ehrung
    • Biegung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ehrung [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. la rondeur (cambrure; courbure)
    die Reifenflucht
  4. la rondeur (sphéricité)
    die Geschwollenheit
  5. la rondeur
    die Rundung
    • Rundung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rondeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Biegung arche; flexion; honneur; rondeur; voûte arc; arcade; arche; boucle; coude; courbe; flexion; giration; inclinaison; inclination; rotation; révolution; sinuosité; tournant; virage; voûte
Ehrung arche; flexion; honneur; rondeur; voûte hommage; hommages; installation; marque d'honneur
Geschwollenheit rondeur; sphéricité arrogance; emphase; enflure; gonflement; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
Krümme bibine; courbe; courbure; rondeur; tournant giration; inclinaison; inclination; rotation
Krümmung bibine; courbe; courbure; rondeur; tournant boucle; coude; courbe; courbement; courbure; courbures; flexion; giration; inclinaison; inclination; ogive; rotation; sinuosité; tournant; virage
Reifenflucht cambrure; courbure; rondeur
Rundung rondeur arc; arcade; arche; courbe; courbement; ogive; voûte
Suppe bibine; courbe; courbure; rondeur; tournant brouillard épais; potage; soupe aux pois
Windung bibine; courbe; courbure; rondeur; tournant giration; inclinaison; inclination; ondulation; rotation
Wölbung bibine; courbe; courbure; rondeur; tournant arc; arcade; arche; courbe; courbement; voûte
Zeug bibine; courbe; courbure; rondeur; tournant affaires; article; biens; brimborions; camelote; canaille; chose; choses; costume; effets; foule; habillement; habit; habits; objet; pacotille; plèbe; populace; produit; racaille; substance; tenue; toilette; truc; trucs; vêtements; équipement; étoffe

Synoniemen voor "rondeur":