Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal tronche

Vertaal tronche van Frans naar Duits

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

tronche:
- Brennholz; Holzblöcke; Holzklotz; Holzscheit; Holzblock; Holzklötze
Wiktionary:
- tronche → Birne, Fresse, Maul, Rübe, Schnauze
- tronche → Visage, Gesicht

Frans

Uitgebreide vertaling voor tronche (Frans) in het Duits

tronche:

tronche [la ~] zelfstandig naamwoord

la tronche (bûche; bille)
Brennholz; die Holzblöcke; der Holzklotz; der Holzscheit; der Holzblock; die Holzklötze
- Brennholz [das ~] zelfstandig naamwoord
- Holzblöcke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Holzklotz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Holzscheit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Holzblock [der ~] zelfstandig naamwoord
- Holzklötze [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tronche:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brennholz	bille; bûche; tronche	bois de chauffage; bois à brûler; bûche; rondin; tison
Holzblock	bille; bûche; tronche	billot; bois de chauffage; bois à brûler; bûche; planche à découper; rondin; tison
Holzblöcke	bille; bûche; tronche	blocs de bois; bois de chauffage; bois à brûler; bûche; rondin; tison
Holzklotz	bille; bûche; tronche	billot; bois de chauffage; bois à brûler; bûche; planche à découper; rondin; tison
Holzklötze	bille; bûche; tronche	bois de chauffage; bois à brûler; bûche; rondin; tison
Holzscheit	bille; bûche; tronche	bois de chauffage; bois à brûler; bûche; rondin; tison

Synoniemen voor "tronche":

figure

Wiktionary: tronche

tronche

noun

(vieilli) bûche.
- tronche → Birne; Fresse; Maul; Rübe; Schnauze

Cross Translation:

From	To	Via
• tronche	→ Visage; Gesicht	↔ mug — (slang) the face