Démontage: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

démontage:
- Demontage; Abriß; Abbrechen; Abreißen; Abtakelung; Abtakeln; Abschirren
Wiktionary:
- démontage → Ausbau, Abbruch
- démontage → Zerlegung

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide vertaling voor démontage (Frans) in het Duits

le démontage (démantèlement; destruction; démolition)
die Demontage; der Abriß; Abbrechen; Abreißen
- Demontage [die ~] zelfstandig naamwoord
- Abriß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Abbrechen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Abreißen [das ~] zelfstandig naamwoord
le démontage
die Abtakelung
- Abtakelung [die ~] zelfstandig naamwoord
le démontage (démantèlement)
Abtakeln; Abschirren
- Abtakeln [das ~] zelfstandig naamwoord
- Abschirren [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abbrechen	destruction; démantèlement; démolition; démontage	annulation; annuler; destruction; démolition
Abreißen	destruction; démantèlement; démolition; démontage	destruction; démolition
Abriß	destruction; démantèlement; démolition; démontage	abrégé; aperçu; aperçu de la situation; condensé; couche; degré; dessin; dessin des lieux; destruction; démolition; exposé; gradation; mesure; niveau; norme; plan; plan municipal; projet de base; récapitulation; résumé; sommaire
Abschirren	démantèlement; démontage
Abtakeln	démantèlement; démontage
Abtakelung	démontage
Demontage	destruction; démantèlement; démolition; démontage	destruction; démolition
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abbrechen		Annuler

démontage

noun

Technik: das Ausmontieren, das Entnehmen eines Teils aus einer Maschine oder Anlage
- Ausbau → démontage
das abbauen/ zerlegen von etwas
- Abbruch → démontage

Cross Translation:

From	To	Via
• démontage	→ Zerlegung	↔ decomposition — act of taking something apart

Computer vertaling door derden:

Duits

die Demontage (Abriß; Abbrechen; Abreißen)
le démontage; le démantèlement; la destruction; la démolition
- démontage [le ~] zelfstandig naamwoord
- démantèlement [le ~] zelfstandig naamwoord
- destruction [la ~] zelfstandig naamwoord
- démolition [la ~] zelfstandig naamwoord
die Demontage (Abreißen; Verschrottung; Abriß; Abbruch)
la destruction; la démolition
- destruction [la ~] zelfstandig naamwoord
- démolition [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
destruction	Abbrechen; Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung	Abbrechen; Fall; Untergang; Verheerung; Verwüstung; Wegbrechen; Zerstörung; Zusammenbruch
démantèlement	Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage	Abschirren; Abtakeln
démolition	Abbrechen; Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung	Abbrechen; Wegbrechen
démontage	Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage	Abschirren; Abtakeln; Abtakelung

Abbau; Entlassung; Zerlegung
Abbruch; Auflösung; Rückbau; Zerfall; Zerrüttung; Zersplitterung; Zerteilung; Zertrennung

Computer vertaling door derden: