Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. emmerdes:
  2. emmerder:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor emmerdes (Frans) in het Engels

emmerdes:

emmerdes [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'emmerdes (emmerdement; pagaille; histoires; )
    the nagging; the moaning; the harping on

Vertaal Matrix voor emmerdes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harping on chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille
moaning chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille doléances; embêtements; emmerdement; ennuis; glapissements; gémissement; gémissements; histoires; hurlements; hurlements plaintifs; jérémiades; lamentations; larmes; plaintes; pleurs; pleurs plaintives; sanglots
nagging chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille diablerie; embêtements; emmerdement; ennuis; histoires; jérémiades; taquinerie; vexations
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nagging agaçant; brusque; d'un ton bourru; d'un ton râleur; d'un ton traînard; de mauvaise humeur; droit; exaspérant; fixe; grincheuse; grincheux; grognon; grognonne; grondeur; impassible; irascible; irrité; juste; maussade; provocant; raide; rigide; rude; serré; tendu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moaning gémissant; pleurant; se lamentant; se plaignant

Synoniemen voor "emmerdes":


Wiktionary: emmerdes


emmerdes vorm van emmerder:

emmerder werkwoord (emmerde, emmerdes, emmerdons, emmerdez, )

  1. emmerder (enquiquiner; ennuyer; faire suer les gens)
    to twaddle; to whine
    • twaddle werkwoord (twaddles, twaddled, twaddling)
    • whine werkwoord (whines, whined, whining)

Conjugations for emmerder:

Présent
  1. emmerde
  2. emmerdes
  3. emmerde
  4. emmerdons
  5. emmerdez
  6. emmerdent
imparfait
  1. emmerdais
  2. emmerdais
  3. emmerdait
  4. emmerdions
  5. emmerdiez
  6. emmerdaient
passé simple
  1. emmerdai
  2. emmerdas
  3. emmerda
  4. emmerdâmes
  5. emmerdâtes
  6. emmerdèrent
futur simple
  1. emmerderai
  2. emmerderas
  3. emmerdera
  4. emmerderons
  5. emmerderez
  6. emmerderont
subjonctif présent
  1. que j'emmerde
  2. que tu emmerdes
  3. qu'il emmerde
  4. que nous emmerdions
  5. que vous emmerdiez
  6. qu'ils emmerdent
conditionnel présent
  1. emmerderais
  2. emmerderais
  3. emmerderait
  4. emmerderions
  5. emmerderiez
  6. emmerderaient
passé composé
  1. ai emmerdé
  2. as emmerdé
  3. a emmerdé
  4. avons emmerdé
  5. avez emmerdé
  6. ont emmerdé
divers
  1. emmerde!
  2. emmerdez!
  3. emmerdons!
  4. emmerdé
  5. emmerdant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor emmerder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
twaddle baliverne; balivernes; bêtises; conneries; ineptie; papotage; radotage; radotages; sottises
whine sanglot
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
twaddle emmerder; ennuyer; enquiquiner; faire suer les gens baragouiner; cancaner; caqueter; dire des bêtises; jacasser; papoter; parler dans le vide; radoter
whine emmerder; ennuyer; enquiquiner; faire suer les gens beugler; chialer; crier; dire sur un ton geignard; geindre; glapir; gémir; hurler; larmoyer; mugir; piailler; pleurnicher; psalmodier; rugir; sangloter


Computer vertaling door derden: