Frans

Uitgebreide vertaling voor pic (Frans) in het Engels

pic:

pic [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pic (cime; sommet; pointe; point culminant)
    the peak; the mountain top; the summit; the pinnacle; the top
    • peak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mountain top [the ~] zelfstandig naamwoord
    • summit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pinnacle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • top [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le pic (pivert)
    the woodpecker
    – bird with strong claws and a stiff tail adapted for climbing and a hard chisel-like bill for boring into wood for insects 1
  3. le pic (pioche; cognée)
    the pickaxe; the mattock; the pick
    • pickaxe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mattock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pick [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mattock cognée; pic; pioche
mountain top cime; pic; point culminant; pointe; sommet cime; point culminant; pointe; sommet; sommet d'une montagne
peak cime; pic; point culminant; pointe; sommet apogée; cime; comble; faîte; haut; heure d'affluence; heure de pointe; moment suprême; point culminant; pointe; pointe de rocher; sommet; sommet d'une montagne; summum; zénith
pick cognée; pic; pioche anthologie; assortiment; recueil de morceaux choisis; sélection; élection
pickaxe cognée; pic; pioche
pinnacle cime; pic; point culminant; pointe; sommet apogée; cime; comble; faîte; moment suprême; point culminant; pointe; sommet; summum; zénith
summit cime; pic; point culminant; pointe; sommet apogée; cime; comble; faîte; moment suprême; point culminant; pointe; sommet; summum; zénith
top cime; pic; point culminant; pointe; sommet apogée; bouchon de fermeture; bâche; capote; cime; comble; coupole; couvercle; couverture; dôme; faîte; haut; heure d'affluence; heure de pointe; moment suprême; point culminant; pointe; recouvrement; sommet; summum; toit; toiture; zénith
woodpecker pic; pivert
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pick bouffer; casser la croûte; choisir; consommer; croquer; déguster; faire la cueillette; faire la récolte; fourrer; goûter; grignoter; manger; moissonner; opter pour; prendre; préférer; prélever; ronger; récolter; savourer; sucer; suçoter; sélectionner; tripoter; élire
top surenchérir; étronçonner; étêter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top au plus haut degré; extrêmement; la plus haute; le plus haut; le plus élevé; supérieur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peak au plus haut degré; au plus haut point; extrême; la plus haute; le plus haut; principal; ultra

Synoniemen voor "pic":


Wiktionary: pic

pic
noun
  1. ornithol|nocat oiseau grimpeur se nourrissant de larves qu’il va chercher dans l’écorce en la frapper par des coups de bec répétés et creusant son nid dans un tronc d'arbre.
pic
noun
  1. tall, sharp and craggy rock or mountain
  2. bird in Picinae

Cross Translation:
FromToVia
pic pickaxe; pickax; pick-axe PickelHandwerk: Werkzeug zum Lösen von Boden oder Gestein
pic peak Pik — Berggipfel, Bergspitze (in aus anderen Sprachen entlehnen Toponymen)
pic woodpecker SpechtZoologie: ein Vogel aus der Familie der Spechte (zoologisch Picidae) mit hartem, langem Schnabel

PIC:

PIC

  1. PIC (contrôleur d'interruptions programmable)
    the PIC; the programmable interrupt controller
    – A device that functions as an overall manager in an interrupt driven system. 2

Vertaal Matrix voor PIC:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
PIC PIC; contrôleur d'interruptions programmable
programmable interrupt controller PIC; contrôleur d'interruptions programmable

épicé:

épicé bijvoeglijk naamwoord

  1. épicé (aromatique; relevé; pimenté; )
    spicy; spiced
    • spicy bijvoeglijk naamwoord
    • spiced bijvoeglijk naamwoord
  2. épicé (piquant; âcre; âpre)
    spicy; piquant; spiced
  3. épicé (pimenté; poivré; piquant)
    spicy; seasoned; spiced; peppery; peppered
  4. épicé (piquant; relevé; salé; croustillant; poivré)
    piquant

Vertaal Matrix voor épicé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peppery pimenté; piquant; poivré; épicé
piquant croustillant; piquant; poivré; relevé; salé; âcre; âpre; épicé
seasoned pimenté; piquant; poivré; épicé avisé; de conserve; demi-étuvé; expert; expérimenté; hiberné; qualifié; rassis; reposé; rodé
spicy aromatique; assaisonné; corsé; fort; pimenté; piquant; poivré; relevé; salé; âcre; âpre; épicé salé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peppered pimenté; piquant; poivré; épicé
spiced aromatique; assaisonné; corsé; fort; pimenté; piquant; poivré; relevé; salé; âcre; âpre; épicé

Synoniemen voor "épicé":


Wiktionary: épicé

épicé
adjective
  1. assaisonné avec des épices.
épicé
adjective
  1. spicy
  2. containing spice
  3. tangy or pungent

Cross Translation:
FromToVia
épicé piquant; spicy pikantSpeisen: gut oder kräftig gewürzt, scharf

à pic:


Synoniemen voor "à pic":


Wiktionary: à pic

à pic
adverb
  1. in a convenient manner

Verwante vertalingen van pic



Engels

Uitgebreide vertaling voor pic (Engels) in het Frans

pic:


Vertaal Matrix voor pic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- exposure; photo; photograph; picture

Synoniemen voor "pic":


Verwante definities voor "pic":

  1. a representation of a person or scene in the form of a print or transparent slide; recorded by a camera on light-sensitive material1

PIC:

PIC [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the PIC (programmable interrupt controller)
    – A device that functions as an overall manager in an interrupt driven system. 2

Vertaal Matrix voor PIC:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
PIC PIC; programmable interrupt controller
contrôleur d'interruptions programmable PIC; programmable interrupt controller

Verwante definities voor "PIC":

  1. A device that functions as an overall manager in an interrupt driven system.2