Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ficus:
  2. Wiktionary:
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Ficus:
    • Wiktionary:
      ficus → ficus
    • Synoniemen voor "ficus":
      Ficus; genus Ficus; dicot genus; magnoliopsid genus


Frans

Uitgebreide vertaling voor Ficus (Frans) in het Engels

ficus:

ficus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le ficus
    the rubber plant

Vertaal Matrix voor ficus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rubber plant ficus

Wiktionary: ficus

ficus
noun
  1. (botanique) plante du genre Ficus de la famille des Moraceae, représenté par des arbres, des arbustes ou des lianes, plantes tropicales, dont les inflorescences et infrutescences sont des sycones ou figues.



Engels

Uitgebreide vertaling voor Ficus (Engels) in het Frans

ficus:


Synoniemen voor "ficus":

  • Ficus; genus Ficus; dicot genus; magnoliopsid genus

Wiktionary: ficus

ficus
noun
  1. (botanique) plante du genre Ficus de la famille des Moraceae, représenté par des arbres, des arbustes ou des lianes, plantes tropicales, dont les inflorescences et infrutescences sont des sycones ou figues.

Ficus:


Vertaal Matrix voor Ficus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- genus Ficus

Verwante definities voor "Ficus":

  1. large genus of tropical trees or shrubs or climbers including fig trees1