Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Extérieur:
  2. extérieur:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor extérieur (Frans) in het Engels

Extérieur:

Extérieur bijvoeglijk naamwoord

  1. Extérieur
    Outdoor
    – The name of a device profile that handles incoming calls by using certain notification settings specified by the user. 1

Vertaal Matrix voor Extérieur:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Outdoor Extérieur

extérieur:

extérieur bijvoeglijk naamwoord

  1. extérieur (extérieurement; externe; de l'extérieur)
    external; outward; externally; outwardly
  2. extérieur (étranger)
    foreign; abroad; in foreign parts
  3. extérieur (qui n'habit pas à la maison; externe)
    non-resident; living away from home

extérieur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'extérieur (côté extérieur; dehors; face externe)
    the exterior; the outer; the outside
    • exterior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • outer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • outside [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'extérieur (air de quelqu'un; apparence; physique; dehors; aspect)
    the appearance; the looks
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'extérieur (apparence; air; mine; aspect)
    the exterior; the appearance; the looks
    • exterior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'extérieur
    the outside; the exterior
    • outside [the ~] zelfstandig naamwoord
    • exterior [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. l'extérieur (apparence; allure; forme; )
    the appearance; the exterior; the looks; the look
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • exterior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
    • look [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor extérieur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abroad pays étranger; étranger
appearance air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique air; allure; apparence; apparition; aspect; comparution; figure; formation du comparatif; forme; parution; physique; silhouette; spectacle; stature; taille; vision; vue; évidence
exterior air; allure; apparence; aspect; côté extérieur; dehors; extérieur; face externe; figure; forme; mine; physique
look air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique coup d'oeil; expression; physionomie; prédicat; regard; regards; vue
looks air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique
outer côté extérieur; dehors; extérieur; face externe
outside côté extérieur; dehors; extérieur; face externe
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
look apparaître; avoir l'air; avoir l'air de; avoir l'aspect de; contempler; examiner; fixer; jeter un regard; observer; paraître; regarder; ressembler; s'avérer; se trouver; sembler; transparaître; voir
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
external de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement apparemment; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence; externe
foreign extérieur; étranger bizarre; curieux; dingue; drôle; excentrique; exotique; singulier; singulièrement; typique; étrange; étrangement; étranger
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
externally de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement
outwardly de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement apparemment; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abroad extérieur; étranger à l'extérieur; à l'étranger; étranger
in foreign parts extérieur; étranger à l'extérieur; à l'étranger; étranger
living away from home externe; extérieur; qui n'habit pas à la maison
non-resident externe; extérieur; qui n'habit pas à la maison
outside apparemment; au grand air; dans la nature; de l'extérieur; de loin; dehors; du dehors; en apparence; en campagne; en dehors de; en plein air; hors de la maison; sans; à l'extérieur; à l'extérieur de; à la campagne
outward de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement en dehors; vers l'extérieur

Synoniemen voor "extérieur":


Wiktionary: extérieur

extérieur
adjective
  1. Qui n’est pas dans un espace, dans un domaine, dans une thématique donnés.
noun
  1. Ce qui est extérieur.
extérieur
adjective
  1. outside
noun
  1. outer surface
adverb
  1. toward the outside; away from the centre

Cross Translation:
FromToVia
extérieur outdoor area; exterior; outside section Außenbereich — Bereich, der sich außerhalb eines Gebäudes befindet

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van extérieur