Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. histoire:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor histoire (Frans) in het Engels

histoire:

histoire [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'histoire
    the history
    • history [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'histoire (conte; fable; compte-rendu; )
    the story; the narration; the tale; the legend; the myth
    • story [the ~] zelfstandig naamwoord
    • narration [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • legend [the ~] zelfstandig naamwoord
    • myth [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'histoire (petite affaire; incident; événement; affaire; cas)
    the incident; the event; the happening; the history
    • incident [the ~] zelfstandig naamwoord
    • event [the ~] zelfstandig naamwoord
    • happening [the ~] zelfstandig naamwoord
    • history [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor histoire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
event affaire; cas; histoire; incident; petite affaire; événement actualité; fait; incident; événement
happening affaire; cas; histoire; incident; petite affaire; événement arriver; avoir lieu; happening; représentation; se dérouler; se passer; show
history affaire; cas; histoire; incident; petite affaire; événement antécédents; historique; origines; préhistoire; science historique
incident affaire; cas; histoire; incident; petite affaire; événement incident
legend compte-rendu; conte; exposé; fable; fiction; histoire; légende; mythe; rapport; tradition en-tête; inscription; légende; mythe; note marginale; souscription; suscription
myth compte-rendu; conte; exposé; fable; fiction; histoire; légende; mythe; rapport; tradition légende; mythe
narration compte-rendu; conte; exposé; fable; fiction; histoire; légende; mythe; rapport; tradition
story compte-rendu; conte; exposé; fable; fiction; histoire; légende; mythe; rapport; tradition affabulation; article; conte; conte de fée; conte de fées; fable; fabulation; faux-fuyant; fiction; illusion; invention; merveille; narration; récit; rêve; subterfuge
tale compte-rendu; conte; exposé; fable; fiction; histoire; légende; mythe; rapport; tradition
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
history historique

Synoniemen voor "histoire":


Wiktionary: histoire

histoire
noun
  1. Connaissance scientifique du passé
  2. Récit, aventure, conte
histoire
noun
  1. record or narrative description of past events
  2. aggregate of past events
  3. branch of knowledge that studies the past
  4. social heritage
  5. account of events

Cross Translation:
FromToVia
histoire story verhaal — een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis
histoire history geschiedenis — de gebeurtenissen van het verleden
histoire history Geschichtekein Plural: Vergangenheit der Gesellschaft als Entwicklung und Anpassung gesellschaftlich organisierter Lebewesen an ihre Umwelt
histoire tale; story Geschichte — eine mündliche oder schriftliche Erzählung oder Überlieferung
histoire history Geschichtekein Plural: die wissenschaftliche Lehre von der Vergangenheit und ihrer Auswirkungen auf die Gegenwart
histoire story Story — die Handlung ausmachende (zumeist knapp umrissene) Geschichte einer literarischen, filmischen, theatralischen oder ähnlichen Erzählung

Verwante vertalingen van histoire