Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sujet:
  2. sujet à:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor sujet (Frans) in het Engels

sujet:

sujet [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le sujet (thème; thème principal)
    the topic; the principal theme
  2. le sujet (ressortissant)
    the subject
    • subject [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le sujet (monsieur; gaillard; homme; type)
    the guy; the bloke; the fellow; the chap
    • guy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloke [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chap [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le sujet
    the subject
    – A category used to organize objects in the Knowledge Base. 1
    • subject [the ~] zelfstandig naamwoord

sujet

  1. sujet
    the topic
    – The subject of a dynamic data exchange (DDE) conversation between two applications. 1
    • topic [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sujet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloke gaillard; homme; monsieur; sujet; type gaillard; gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre
chap gaillard; homme; monsieur; sujet; type drôle de type; gaillard; gamin; gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre
fellow gaillard; homme; monsieur; sujet; type ami; ami intime; amie; associé; bien-aimé; bon ami; bonne amie; camarade; collègue; compagne; compagnon; compagnon de voyage; confrère; consoeur; copain; copine; direct; drôle de type; gaillard; gamin; gars; homme; mec; monsieur; partenaire; petit ami; petit copain; pote; type; zèbre
guy gaillard; homme; monsieur; sujet; type coquin; drôle de type; espiègle; gamin; garnement; mec; petit brigand; polisson; type; vilain
principal theme sujet; thème; thème principal motif; thème principal; éducation
subject ressortissant; sujet discipline; motif; orientation; orientation en dernière année; spécialisation; sujet de mémoire; thème principal; éducation
topic sujet; thème; thème principal base; grandes lignes; ligne de fond; motif; thème principal; éducation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
subject apprivoiser; dominer; dompter; envahir; maîtriser; soumettre

Synoniemen voor "sujet":


Wiktionary: sujet

sujet
adjective
  1. (vieilli) soumis, subordonné, dépendant, obligé d’obéir.
noun
  1. motif, matière ou thème d'une activité, d'un comportement ou d'un état.
  2. Sujet d’examen
sujet
noun
  1. topic of particular importance in a given context
  2. subject of discourse
  3. in grammar
  4. main topic
  5. citizen in a monarchy
  6. subject; theme

Cross Translation:
FromToVia
sujet topic; subject; theme topic — het onderwerp van gesprek
sujet subject onderwerp — zinsdeel waarnaar de persoonsvorm zich richt en dat bijv. de handelende persoon of zaak beschrijft
sujet subject onderwerp — waar iets over gaat, een thema
sujet subject Betreff — Angelegenheit oder Thema eines Dokuments oder einer E-Mail
sujet matter SacheDiskussionsthema
sujet subject SubjektSprachwissenschaft: Satzgegenstand; das Satzglied, über das im Prädikat eine Aussage gemacht wird und das mit dem Verb im Numerus Kongruenz.

sujet à:

sujet à bijvoeglijk naamwoord

  1. sujet à
    subject to

Vertaal Matrix voor sujet à:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
subject to sujet à excepté; mis à part; sauf; à l'exception de; à part

Verwante vertalingen van sujet