Écolier in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

écolier:
- pupil; student; schoolboy; schoolgirl; school-child; ward
Wiktionary:
- écolier → schoolchild, schoolboy, schoolgirl, pupil
- écolier → pupil, scholar, student

Frans

Uitgebreide vertaling voor écolier (Frans) in het Engels

l'écolier (élève; étudiant; étudiante; pupille; écolière; lycéen; collégien; disciple)
the pupil; the student; the schoolboy; the schoolgirl
- pupil [the ~] zelfstandig naamwoord
- student [the ~] zelfstandig naamwoord
- schoolboy [the ~] zelfstandig naamwoord
- schoolgirl [the ~] zelfstandig naamwoord
l'écolier
the school-child
- school-child [the ~] zelfstandig naamwoord
l'écolier (jeune élève; élève; pupille; apprenti; lycéen; collégien; apprentie; écolière)
the pupil; the ward
- pupil [the ~] zelfstandig naamwoord
- ward [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pupil	apprenti; apprentie; collégien; disciple; jeune élève; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève; étudiant; étudiante	adepte; adhérant; apprenti; disciple; garçon; jeune apprenti; mousse; partisan; pupille; stagiaire; suiveur; écolière; élève; étudiante
school-child	écolier
schoolboy	collégien; disciple; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève; étudiant; étudiante
schoolgirl	collégien; disciple; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève; étudiant; étudiante	lycéenne
student	collégien; disciple; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève; étudiant; étudiante	apprenti; apprentie; garçon; jeune apprenti; mousse; pupille; stagiaire; écolière; élève; étudiant; étudiante
ward	apprenti; apprentie; collégien; jeune élève; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève	arrondissement; branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; faubourg; fraction; groupe parlementaire; partie; protégé; quartier; quartier de la périphérie; ramification; rayon; section; segment; équipe

collégien; lycéen; élève; disciple; adepte; catéchumène; tenant; partisan; héritier; étudiant; condisciple; potache; apprenti; aspirant; cancre; vétéran; redoublant

écolier

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• écolier	→ pupil; scholar	↔ scholier — iemand die basisonderwijs of voortgezet onderwijs volgt
• écolier	→ pupil; student	↔ Schüler — eine Person, die eine Schule besucht