Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bluffeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bluffeur (Frans) in het Engels

bluffeur:

bluffeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le bluffeur (vantard; crâneur; fanfaron; hâbleur)
    the braggart; the swanker; the show-off; the boaster; the swank-pot; the swaggerer
  2. le bluffeur (vantard; fanfaron; hâbleur)
    the boaster; the braggart
    • boaster [the ~] zelfstandig naamwoord
    • braggart [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le bluffeur (tonneau creux; vantard; blagueur; fanfaron)
    the boaster; the windbag; the yapper
    • boaster [the ~] zelfstandig naamwoord
    • windbag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • yapper [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le bluffeur (vantard; paradeur)
    the roisterer

bluffeur bijvoeglijk naamwoord

  1. bluffeur (vantard; fanfaron; hâbleur)
    bombastic

Vertaal Matrix voor bluffeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boaster blagueur; bluffeur; crâneur; fanfaron; hâbleur; tonneau creux; vantard baratineurs; fanfaron; hâbleurs; vantard
braggart bluffeur; crâneur; fanfaron; hâbleur; vantard aromatisant; baratineurs; blagueur; causeur; crâneur; fanfaron; fier à bras; hâbleur; hâbleurs; paradeur; vantard; vantards
roisterer bluffeur; paradeur; vantard agitateur; causeur; chahuteur; crâneur; fanfaron; fier à bras; névropathe; névrosé; paradeur; perturbateur; tapageur; vantard; vantards
show-off bluffeur; crâneur; fanfaron; hâbleur; vantard bûcheur; chichiteux; fayot; flagorneur; flagorneuse; frimeur; lèche-bottes; lécheur; lécheuse; m'as-tu-vu; paillasson; parasite; pique-assiette; prétentieux; reptile; tapageur; écornifleur
swaggerer bluffeur; crâneur; fanfaron; hâbleur; vantard aromatisant; blagueur; causeur; crâneur; fanfaron; fier à bras; hâbleur; paradeur; vantard; vantards
swank-pot bluffeur; crâneur; fanfaron; hâbleur; vantard aromatisant
swanker bluffeur; crâneur; fanfaron; hâbleur; vantard
windbag blagueur; bluffeur; fanfaron; tonneau creux; vantard charlatan; emmerdeur; emmerdeuse; radoteur; radoteuse; raseur
yapper blagueur; bluffeur; fanfaron; tonneau creux; vantard chamailleur; chamailleuse; chipoteur; chipoteuse; jappeur; roquet
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bombastic bluffeur; fanfaron; hâbleur; vantard ampoulé; bouffi; boursouflé; emphatique; grandiloquent; pompeusement; pompeux

Synoniemen voor "bluffeur":


Wiktionary: bluffeur


Cross Translation:
FromToVia
bluffeur fop; twit; pompous Fatzkeumgangssprachlich, abwertend: von sich eingenommene, eitle und arrogante Person