Brique in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

brique:
- brick; stone; building block; building stone; brig; sailing ship; briquet
Wiktionary:
- brique → brick, ingot, cake, gable top carton, rock
- brique → brick, clinker, building block, module

Frans

Uitgebreide vertaling voor brique (Frans) in het Engels

la brique (pierre; pavé; dalle)
the brick; the stone
- brick [the ~] zelfstandig naamwoord
- stone [the ~] zelfstandig naamwoord
la brique
the building block; the building stone; the brick
- building block [the ~] zelfstandig naamwoord
- building stone [the ~] zelfstandig naamwoord
- brick [the ~] zelfstandig naamwoord
la brique
the brick
- brick [the ~] zelfstandig naamwoord
la brique (brick; vieux clou)
the brig; the sailing ship
- brig [the ~] zelfstandig naamwoord
- sailing ship [the ~] zelfstandig naamwoord
la brique (briquette)
the briquet
- briquet [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brick	brique; dalle; pavé; pierre
brig	brick; brique; vieux clou
briquet	brique; briquette
building block	brique	bloc de construction; bloc élémentaire; élément de document
building stone	brique
sailing ship	brick; brique; vieux clou	voilier
stone	brique; dalle; pavé; pierre	bijou; bloc de rocher; caillou; caillou roulé; cailloux; galet roulé; graine; noyau; noyau de fruits; pierre; pierrerie; pépin; roc; roche; rocher
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stone		dénoyauter; lapider; lapider de pierres
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stone		de pierre; en pierre
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brick		de pierre; en pierre

aggloméré; briquette; tomette; chantignole; oseille; monnaie; pièce; devise; parpaing; moellon; bloc; pierre; thune

brique

noun

Bloc de pierre artificielle fabriqué avec de la terre argileuse.
- brique → brick
Construction faite de briques ou d’un assemblage de briques.
- brique → brick
Matériau ou objet ayant la forme d’une brique.
- brique → brick; ingot; cake
Emballage parallélépipédique utilisé pour certaines denrées alimentaires
- brique → gable top carton
Un million d’ancien francs.
- brique → rock

brique

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• brique	→ brick; clinker	↔ Backstein — ein einzelnes Bauelement aus Keramik
• brique	→ building block; module	↔ Baustein — Stein zum Bauen von Mauern, Gebäuden etc.
• brique	→ brick	↔ Stein — Bauelement für Gebäude u. ä., Baustein
• brique	→ brick	↔ Ziegel — Quader gebranntem Ton, der für den Bau einer Mauer verwendet wird
• brique	→ brick	↔ Ziegelstein — laienhafte Bezeichnung für den Ziegel, einer im Bauwesen verwenden Grobkeramik
• brique	→ brick	↔ baksteen — een uit klei of leem gebakken steen