Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fauché:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fauché (Frans) in het Engels

fauché:

fauché bijvoeglijk naamwoord

  1. fauché (à sec)
    hard up; broke
  2. fauché (bredouille; raide)
    broke
    • broke bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor fauché:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broke bredouille; fauché; raide; à sec
hard up fauché; à sec

Wiktionary: fauché

fauché
adjective
  1. Coupé à la faux
  2. À court d’argent
fauché
adjective
  1. having no money
  2. lacking money; bankrupt
  3. penniless
  4. utterly impoverished

Cross Translation:
FromToVia
fauché broke platzak — zonder geld
fauché broke blut — geen geld meer hebbend
fauché broke machulleumgangssprachlich und mundartlich: bankrott
fauché skint; broke pleite — (umgangssprachlich) scherzhaft: derzeit kein bares Geld besitzend; nur für eine gewisse Zeit mittellos
fauché fixed; glassy; vacant; bankrupt; broke; skint; deserted; slack stier — (vom Ausdruck der Augen) glasig (ins leer) blickend