Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. intérieur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor intérieur (Frans) in het Engels

intérieur:

intérieur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'intérieur
    the interior
    • interior [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'intérieur
    the internal; the interior
  3. l'intérieur (côté intérieur; dedans)
    the inner side; the interior; the inner
    • inner side [the ~] zelfstandig naamwoord
    • interior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • inner [the ~] zelfstandig naamwoord
    the inside
    – the inner or enclosed surface of something 1
    • inside [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'intérieur (psyché; entrailles; dedans)
    the psyche; the soul; the spirit
    • psyche [the ~] zelfstandig naamwoord
    • soul [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spirit [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. l'intérieur (central; pivot; quintessence; celui du milieu; celui du centre)
    the middle; the pivot; the nucleus; the inner
    • middle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pivot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nucleus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • inner [the ~] zelfstandig naamwoord

intérieur bijvoeglijk naamwoord

  1. intérieur (à l'intérieur; en dedans; dedans; )
    inside
    – on the inside 1
    • inside bijwoord
      • inside, the car is a mess1
    on the inside
  2. intérieur (interne; à l'intérieur)
    inside; inner; internal; interior; inward
  3. intérieur (interne)
    inward
    • inward bijvoeglijk naamwoord
  4. intérieur (interne; intérieurement; à l'intérieur)
    internal
  5. intérieur (du pays)
    domestic; internal
  6. intérieur (national)
    national; local; native

Vertaal Matrix voor intérieur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
domestic domestique; employé de maison
inner celui du centre; celui du milieu; central; côté intérieur; dedans; intérieur; pivot; quintessence
inner side côté intérieur; dedans; intérieur
inside côté intérieur; dedans; intérieur
interior côté intérieur; dedans; intérieur
internal intérieur
local aborigène; autochtone; café habituel; indigène; innée
middle celui du centre; celui du milieu; central; intérieur; pivot; quintessence taille
native aborigène; autochtone; indigène; innée; naturel
nucleus celui du centre; celui du milieu; central; intérieur; pivot; quintessence essence; noyau; pivot
pivot celui du centre; celui du milieu; central; intérieur; pivot; quintessence axe; cabestan; essence; noyau; pivot
psyche dedans; entrailles; intérieur; psyché
soul dedans; entrailles; intérieur; psyché ardeur; buste; caractère; dynamisme; force; nature; poitrine; poussée; propulsion; ressort; tempérament; vitalité; âme; énergie
spirit dedans; entrailles; intérieur; psyché ardeur; boissons alcooliques; caractère; dynamisme; esprit; force; poussée; propulsion; ressort; spiritueux; vitalité; âme; énergie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pivot ajouter un tableau croisé dynamique
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
domestic du pays; intérieur aborigène; autochtone; de maison; domestique; du pays; indigène; local; ménager; ménagère; national; naturel; originaire
inner interne; intérieur; à l'intérieur
interior interne; intérieur; à l'intérieur
internal du pays; interne; intérieur; intérieurement; à l'intérieur
local intérieur; national aborigène; autochtone; congénital; du pays; ici et là; indigène; inné; local; localement
national intérieur; national de la patrie; national; ressortissant
native intérieur; national aborigène; autochtone; congénital; du pays; indigène; inné; local; natif; national; naturel; naturellement; originaire
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inside dedans; du côté intérieur; en dedans; interne; intérieur; intérieurement; à l'intérieur dans
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inside interne; intérieur; à l'intérieur chez soi; en privé; entré; à huis clos; à l'intérieur; à la maison
inward interne; intérieur; à l'intérieur en dedans; vers l'intérieur; à l'intérieur
on the inside dedans; du côté intérieur; en dedans; interne; intérieur; intérieurement; à l'intérieur

Synoniemen voor "intérieur":


Wiktionary: intérieur

intérieur
adjective
  1. Qui est au dedans ; qui est relatif au dedans.
noun
  1. Partie interne d’une construction
  2. Intérieur d’un pays
intérieur
adjective
  1. on inside
  2. being or occurring inside
  3. situated in, or designed to be used in, or carried on within the interior of a building
  4. internal to a specific country
adverb
  1. toward the inside
noun
  1. the inside of an enclosed structure
  2. interior or inner part

Cross Translation:
FromToVia
intérieur inside Innenseite — die Seite, die der Außenseite gegenüber liegt; die Seite in einem geschlossenen Raum

Verwante vertalingen van intérieur