Frans

Uitgebreide vertaling voor outillage (Frans) in het Engels

outillage:

outillage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'outillage (nécessaires; équipements)
    the requirements; the necessities; the materials; the requisites
  2. l'outillage (outils; instrument; instruments; ustensiles; outil)
    the equipment; the tools; the implement; the tool
    • equipment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tools [the ~] zelfstandig naamwoord
    • implement [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tool [the ~] zelfstandig naamwoord
    the hand tool
    – a tool used with workers' hands 1
  3. l'outillage (équipement; armement; aménagement; matériel)
    the attire; the equipment; the outfit; the gear; the kit
    • attire [the ~] zelfstandig naamwoord
    • equipment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • outfit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gear [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kit [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'outillage (matériel)
    the material; the requirement; the materials
  5. l'outillage (équipement)
    the equipment; the kit
    • equipment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kit [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'outillage

Vertaal Matrix voor outillage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attire aménagement; armement; matériel; outillage; équipement costume; décoration; embellissement; habillement; habit; habits; livrée; mise; ornement; ornementation; parure; tenue; toilette; vêtements; équipement
equipment aménagement; armement; instrument; instruments; matériel; outil; outillage; outils; ustensiles; équipement appareil; dispositif; instrument; matériel; outil; pièce d'équipement; pièces d'équipement; équipement
gear aménagement; armement; matériel; outillage; équipement changement de vitesse; collier; costume; habillement; habit; habits; harnais; outils; roue dentée; tenue; toilette; vitesse; vêtements
hand tool instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles outil de bricolage
implement instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles
kit aménagement; armement; matériel; outillage; équipement article de kit; kit; pièce d'équipement; pièces d'équipement; équipement
material matériel; outillage matériau
materials matériel; nécessaires; outillage; équipements matériau de construction; matériaux de construction; matériel
necessities nécessaires; outillage; équipements besoins vitaux; premiers besoins
outfit aménagement; armement; matériel; outillage; équipement costume; costume trois-pièces; ensemble; habillement; habit; habits; livrée; pièce d'équipement; pièces d'équipement; tenue; tenue militaire; toilette; uniforme; vêtements; équipement
requirement matériel; outillage condition; condition nécessaire; exigence; must; réquisition; stipulation
requirements nécessaires; outillage; équipements
requisites nécessaires; outillage; équipements
tool instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles outil
tools instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
implement appliquer; consacrer; employer; engager; faire usage de; prendre en service; utiliser
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
material crucial; décisif; essentiel; fondamental; indispensable; matériel; matériellement; élementaire
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tool industry outillage

Synoniemen voor "outillage":


Verwante vertalingen van outillage