Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. passe-droit:


Frans

Uitgebreide vertaling voor passe-droit (Frans) in het Engels

passe-droit:

passe-droit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le passe-droit (faveur; privilège)
    the privilege; the favour; the preference; the advantage; the favouring; the favor
    • privilege [the ~] zelfstandig naamwoord
    • favour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • preference [the ~] zelfstandig naamwoord
    • advantage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • favouring [the ~] zelfstandig naamwoord
    • favor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor passe-droit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advantage faveur; passe-droit; privilège avantage; bénéfice; gain; profit
favor faveur; passe-droit; privilège bénéfice; faveur; grâce; messe
favour faveur; passe-droit; privilège bénéfice; faveur; grâce; messe
favouring faveur; passe-droit; privilège
preference faveur; passe-droit; privilège choix; goût pour; inclination; penchant; prédilection; préférence
privilege faveur; passe-droit; privilège privilège; prérogative
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
favor avantager; favoriser; feindre; gratifier; privilégier; prétendre; prétexter; ramper devant
favour avantager; favoriser; feindre; gratifier; privilégier; prétendre; prétexter; ramper devant
privilege avantager; privilégier

Synoniemen voor "passe-droit":


Verwante vertalingen van passe-droit