Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sursis:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor sursis (Frans) in het Engels

sursis:

sursis [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le sursis (délai; ajournement; permutation; )
    the postponement; the suspension; the delay; the respite
  2. le sursis (répit)
    the respite; the delay; the reprive
    • respite [the ~] zelfstandig naamwoord
    • delay [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reprive [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sursis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delay ajournement; délai; déplacement; permutation; répit; sursis; transfert délai; retard
postponement ajournement; délai; déplacement; permutation; répit; sursis; transfert délai; retard
reprive répit; sursis
respite ajournement; délai; déplacement; permutation; répit; sursis; transfert délai de réflexion; marge de réflexion; temps de réflexion
suspension ajournement; délai; déplacement; permutation; répit; sursis; transfert délai; interdit; retard; suspension; suspension de ses fonctiones
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delay arrêter; atermoyer; attarder; cesser; douter; déraper; faire un vol plané; glisser; hésiter; lambiner; ralentir; retarder; tarder; temporiser; tergiverser; traînailler; traînasser; traîner; trébucher; être indécis

Synoniemen voor "sursis":


Wiktionary: sursis