Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Vertaal vagabondage

Vertaal vagabondage van Frans naar Engels

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

vagabondage:
- vagrancy; vagabondage; wandering; ramble; hike
Wiktionary:
- vagabondage → vagrancy, discursion, roaming

Frans

Uitgebreide vertaling voor vagabondage (Frans) in het Engels

vagabondage:

vagabondage [le ~] zelfstandig naamwoord

le vagabondage
the vagrancy; the vagabondage
- vagrancy [the ~] zelfstandig naamwoord
- vagabondage [the ~] zelfstandig naamwoord
le vagabondage (course à l'aventure; errance; pérégrination; randonnée; excursion; odyssée; voyage à pied)
the wandering; the ramble; the hike
- wandering [the ~] zelfstandig naamwoord
- ramble [the ~] zelfstandig naamwoord
- hike [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vagabondage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hike	course à l'aventure; errance; excursion; odyssée; pérégrination; randonnée; vagabondage; voyage à pied	balade; excursion; excursion à pied; expédition; petit tour; promenade; randonnée; randonnée à pied; tour; trotte; voyage; voyage à pied
ramble	course à l'aventure; errance; excursion; odyssée; pérégrination; randonnée; vagabondage; voyage à pied	balade; excursion à pied; petit tour; promenade; randonnée; randonnée à pied; tour; trotte; voyage à pied
vagabondage	vagabondage
vagrancy	vagabondage
wandering	course à l'aventure; errance; excursion; odyssée; pérégrination; randonnée; vagabondage; voyage à pied	aberration; digression; écart; égarement
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hike		errer; parcourir; traverser; vagabonder; vaguer; voyager
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wandering		errant; nomade; vagabond

Synoniemen voor "vagabondage":

errance; aventure; égarement; instabilité; flânerie; nomadisme; pérégrination; promenade; randonnée; voyage; migration

Wiktionary: vagabondage

vagabondage

noun

habitude de vagabonder.
- vagabondage → vagrancy

vagabondage

noun

roving about
- discursion → errance; vagabondage
wandering
- roaming → vagabondage
being a vagrant
- vagrancy → vagabondage