Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. daim:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor daim (Frans) in het Engels

daim:

daim [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le daim (cuir suédé; suède)
    the suede
    • suede [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le daim
    the deerskin; the buckskin

Vertaal Matrix voor daim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buckskin daim
deerskin daim
suede cuir suédé; daim; suède

Wiktionary: daim

daim
noun
  1. zool|nocat=1 genre de mammifères, de la famille des cervidés, d’une grandeur moyenne entre le cerf et le chevreuil, à la robe tacheter et au bois plat et palmé.
daim
noun
  1. Dama dama, a ruminant mammal
  2. type of leather

Cross Translation:
FromToVia
daim fallow deer DamhirschZoologie: Art der Familie Hirsche mit Schaufelgeweih und geflecktem Sommerfell
daim Fallow Deer damhertDama dama, behoort tot de familie Cervidae, hert met een breed plat gewei, een bedreigd zoogdier