Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
- imperturbable:
-
Wiktionary:
- imperturbable → continuo, constante, permanente, imperturbable
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
imperturbable:
- calme; tranquille; aimable; gentil; tranquillement; paisiblement; gracieux; paisible; affable; amicalement; amical; impassible; placide; serein; calmement; posé; d'humeur égale; non entamé; inutilement; nouveau; inaltéré; neuf; pur; inoccupé; naturel; virginal; non occupé; entier; froid; vierge; spontané; intégral; insensible; vainement; intact; intacte; en entier; qui n'a pas encore servi; imperturbable; stoïque; à l'amiable; en paix; sans interruption; sans être dérangé
-
Wiktionary:
- imperturbable → imperturbable, inébranlable, imperturbablement, fermement
Frans
Uitgebreide vertaling voor imperturbable (Frans) in het Spaans
imperturbable:
-
imperturbable
indiferente; inalterable; imperturbable; inconmovible; impertérrito; con indiferencia-
indiferente bijvoeglijk naamwoord
-
inalterable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
inconmovible bijvoeglijk naamwoord
-
impertérrito bijvoeglijk naamwoord
-
con indiferencia bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (non fatigué; sans cesse; permanent; constamment; continuellement; continuel; sans se lasser)
continuo; constante; constantemente; continuamente; incansable; infatigable-
continuo bijvoeglijk naamwoord
-
constante bijvoeglijk naamwoord
-
constantemente bijvoeglijk naamwoord
-
continuamente bijvoeglijk naamwoord
-
incansable bijvoeglijk naamwoord
-
infatigable bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (froidement)
-
imperturbable (inébranlable; inébranlablement; imperturbablement)
firme como una roca-
firme como una roca bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (sans se lasser; non fatigué)
continuo; perseverante; incansable; infatigable-
continuo bijvoeglijk naamwoord
-
perseverante bijvoeglijk naamwoord
-
incansable bijvoeglijk naamwoord
-
infatigable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor imperturbable:
Synoniemen voor "imperturbable":
Wiktionary: imperturbable
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• imperturbable | → continuo; constante; permanente | ↔ stet — veraltet: standhaft (zum Beispiel in Bezug auf Charakter oder allgemeine Haltung) |
• imperturbable | → imperturbable | ↔ unbeirrt — sich durch nichts abbringen/beirren lassend |
Spaans
Uitgebreide vertaling voor imperturbable (Spaans) in het Frans
imperturbable:
-
imperturbable (tranquilo; sereno; inmutable)
calme; tranquille; aimable; gentil; tranquillement; paisiblement; gracieux; paisible; affable; amicalement; amical; impassible; placide; serein; calmement; posé; d'humeur égale-
calme bijvoeglijk naamwoord
-
tranquille bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
tranquillement bijvoeglijk naamwoord
-
paisiblement bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
paisible bijvoeglijk naamwoord
-
affable bijvoeglijk naamwoord
-
amicalement bijvoeglijk naamwoord
-
amical bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
placide bijvoeglijk naamwoord
-
serein bijvoeglijk naamwoord
-
calmement bijvoeglijk naamwoord
-
posé bijvoeglijk naamwoord
-
d'humeur égale bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (desinflado; creído; agotado; impávido; no atacado; pijo; intacto; inalterable; nuevo; vacío; entero; ciego; vano; reciente; falso; presumido; virgen; astuto; sereno; moderno; vanidoso; ocioso; engreído; íntegro; desocupado; exhausto; inmutable; vacuo; vanal; impertérrito; no corroído; sin usar; sin afectación; sin emoción; sin probar)
non entamé; inutilement; nouveau; inaltéré; neuf; pur; inoccupé; naturel; virginal; non occupé; entier; froid; vierge; spontané; intégral; insensible; impassible; vainement; intact; intacte; en entier; qui n'a pas encore servi-
non entamé bijvoeglijk naamwoord
-
inutilement bijvoeglijk naamwoord
-
nouveau bijvoeglijk naamwoord
-
inaltéré bijvoeglijk naamwoord
-
neuf bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
inoccupé bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
virginal bijvoeglijk naamwoord
-
non occupé bijvoeglijk naamwoord
-
entier bijvoeglijk naamwoord
-
froid bijvoeglijk naamwoord
-
vierge bijvoeglijk naamwoord
-
spontané bijvoeglijk naamwoord
-
intégral bijvoeglijk naamwoord
-
insensible bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
vainement bijvoeglijk naamwoord
-
intact bijvoeglijk naamwoord
-
intacte bijvoeglijk naamwoord
-
en entier bijvoeglijk naamwoord
-
qui n'a pas encore servi bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (indiferente; inalterable; inconmovible; impertérrito; con indiferencia)
imperturbable-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (estoico)
-
imperturbable (calmo; tranquilo; sosegadamente; quedo; quieto; tranquilamente; frío; simpático; amoroso; agradable; amable; cordial; sociable; en calma; liso; ponderado; impasible; calmado; jovial; flemático; sereno; amistoso; apacible; manso; afable; pacífico; indiferente; amigable; afectuoso; sosegado; inmóvil; complaciente; inmutable; benévolo; calmoso; imperturable; sin inmutarse)
tranquille; posé; serein; tranquillement; gentil; calme; à l'amiable-
tranquille bijvoeglijk naamwoord
-
posé bijvoeglijk naamwoord
-
serein bijvoeglijk naamwoord
-
tranquillement bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
calme bijvoeglijk naamwoord
-
à l'amiable bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (impasible; flemático; frío; liso; indiferente; inmóvil; inmutable; imperturable)
impassible; serein; posé; placide-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
serein bijvoeglijk naamwoord
-
posé bijvoeglijk naamwoord
-
placide bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (sin interrupciones; impasible; inalterable; sin trabas; inmutable; impertérrito; con indiferencia; sin estorbos; sin interferencias)
en paix; impassible; tranquille; sans interruption; calme; calmement; sans être dérangé-
en paix bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
tranquille bijvoeglijk naamwoord
-
sans interruption bijvoeglijk naamwoord
-
calme bijvoeglijk naamwoord
-
calmement bijvoeglijk naamwoord
-
sans être dérangé bijvoeglijk naamwoord
-
-
imperturbable (intacto; entero; completo; integral; sereno; íntegro; impávido; impertérrito)
Vertaal Matrix voor imperturbable:
Verwante woorden van "imperturbable":
Synoniemen voor "imperturbable":
Wiktionary: imperturbable
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• imperturbable | → imperturbable; inébranlable; imperturbablement; fermement | ↔ unbeirrt — sich durch nichts abbringen/beirren lassend |