Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Zoek: vêtir

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: vêtir

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

vêtir:
- Wiktionary:
  vêtir → vestir
- Synoniemen voor "vêtir":
  accoutrer; fagoter; harnacher; affubler; costumer; déguiser; couvrir; recouvrir; fermer; abriter; bâcher; protéger; barder; blinder; enduire; caparaçonner; revêtir; envelopper; fringuer; nipper; habiller; équiper; travestir; endimancher; parer; pourvoir; tapisser; rhabiller

Frans

Uitgebreide vertaling voor vêtir (Frans) in het Spaans

Spelling Suggesties voor: vêtir

vêler; vêtu; vêlas; vêla; vêlai; vêlera; vêles; venter; vêlez; vêle

vêtir:

Synoniemen voor "vêtir":

accoutrer; fagoter; harnacher; affubler; costumer; déguiser; couvrir; recouvrir; fermer; abriter; bâcher; protéger; barder; blinder; enduire; caparaçonner; revêtir; envelopper; fringuer; nipper; habiller; équiper; travestir; endimancher; parer; pourvoir; tapisser; rhabiller

Wiktionary: vêtir

vêtir

verb

habiller, couvrir d’un vêtement.
- vêtir → vestir

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van vêtir

se vêtir

Spaans

Suggesties voor vêtir in het Spaans

Spelling Suggesties voor: vêtir

vestir; verter; venir; véis; votar; vivir; vector; viajar; vibrar; vencer

Computer vertaling door derden: