Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Âge:
  2. âge:
  3. âgé:
  4. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor âge (Frans) in het Spaans

agé:


Synoniemen voor "agé":


Âge:

Âge

  1. Âge

Vertaal Matrix voor Âge:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Edad Âge

âge:

âge [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'âge (siècle; époque)
    el siglo; la centuria; la era
    • siglo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • centuria [la ~] zelfstandig naamwoord
    • era [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'âge (grand âge; vieillesse; ancienneté; âge avancé)
    la ancianidad; la vejez
    • ancianidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vejez [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'âge (ancienneté; vieillesse)
    la antigüedad; la vejez; la edad; la generación
  4. l'âge (âge d'homme; ancienneté; vieillesse; âge avancé)
    la edad
    • edad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor âge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancianidad ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé fait d'avoir plus de 65 ans; grand âge; vieillesse; âge avancé
antigüedad ancienneté; vieillesse; âge ancienneté
centuria siècle; âge; époque siècle; éternité
edad ancienneté; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme
era siècle; âge; époque aire de battage; intensité du son; niveau sonore; reliure; siècle; tirage; tome; volume; volume sonore; édition; éternité
generación ancienneté; vieillesse; âge génération; sexe
siglo siècle; âge; époque siècle; éternité
vejez ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé grand âge; vieillesse; âge avancé

Synoniemen voor "âge":


Wiktionary: âge

âge
noun
  1. Période écoulée depuis la naissance

Cross Translation:
FromToVia
âge años age — whole duration of a being
âge edad age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time
âge edad age — particular period of time in history
âge época tijdperk — een begrensde en als eenheid beschouwde tijd
âge edad leeftijd — de tijd dat iemand leeft of geleefd heeft, het totaal aantal levensjaren
âge edad Alterzählen, messen oder ermitteln Zeitspanne seit der eine Sache, ein Gegenstand oder ein Lebewesen existiert

âgé:

âgé bijvoeglijk naamwoord

  1. âgé (du troisième âge; vieux)
    anciano
  2. âgé (du troisième âge; vieillot)
    anciano; sénior; de edad avanzada; viejo
  3. âgé (le plus âgé; vieillot; du troisième âge)
    más viejo; sénior

âgé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'âgé (vieux; vieille)
    el anciano; el viejo
    • anciano [el ~] zelfstandig naamwoord
    • viejo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor âgé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anciano vieille; vieux; âgé ancien; homme aux cheveux gris; pensionné; personne de plus de 65 ans; personne du troisième âge; personne âgée; prélat; retraité; vieillard
viejo vieille; vieux; âgé capitaine; capitaine d'intendance; capitaine de frégate; commandant; homme aux cheveux gris; leader; patron; vieillard
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anciano du troisième âge; vieillot; vieux; âgé plus ancien; plus vieux; très vieux; très âgé
de edad avanzada du troisième âge; vieillot; âgé
más viejo du troisième âge; le plus âgé; vieillot; âgé
sénior du troisième âge; le plus âgé; vieillot; âgé
viejo du troisième âge; vieillot; âgé ancien; antique; archaïque; décrépit; défraîchi; démodé; fade; insipide; mou; peu appétissant; très ancien; très vieux; vieux

Synoniemen voor "âgé":


Wiktionary: âgé


Cross Translation:
FromToVia
âgé anciano bejaard — op een voortgeschreden leeftijd
âgé viejo; antiguo alt — vor langer Zeit gemacht oder geschehen
âgé anciano; viejo betagt — geh.|: in vorgerücktem Alter
âgé viejo greisgehoben: sehr alt

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van âge