Autocar: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

autocar:
- autobús; coche de viaje; autocar
Wiktionary:
- autocar → autocar
- autocar → autocar

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

autocar:
- autobus; bus; car de tourisme; autocar; omnibus
Wiktionary:
- autocar → autocar
- autocar → autocar

Frans

Uitgebreide vertaling voor autocar (Frans) in het Spaans

autocar:

autocar [le ~] zelfstandig naamwoord

l'autocar (autobus; bus; car de tourisme)
el autobús; el coche de viaje; el autocar
- autobús [el ~] zelfstandig naamwoord
- coche de viaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- autocar [el ~] zelfstandig naamwoord
l'autocar (car de tourisme)
el autocar
- autocar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor autocar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autobús	autobus; autocar; bus; car de tourisme	autobus; autobus urbain; bus; omnibus; omnibus urbain
autocar	autobus; autocar; bus; car de tourisme	bus; omnibus
coche de viaje	autobus; autocar; bus; car de tourisme

Synoniemen voor "autocar":

autobus; bus; car; minibus

Wiktionary: autocar

autocar

noun

véhicule de transport, pouvoir compter jusqu’à une cinquantaine de places assises, qui effectuer soit du transport en commun sur des lignes régulier, soit du transport scolaire, soit du transport de touristes.
- autocar → autocar

Cross Translation:

From	To	Via
• autocar	→ autocar	↔ touringcar — een luxe autobus om reizen of uitstappen mee te maken

Spaans

Uitgebreide vertaling voor autocar (Spaans) in het Frans

autocar:

autocar [el ~] zelfstandig naamwoord

el autocar (autobús; coche de viaje)
l'autobus; le bus; le car de tourisme; l'autocar
- autobus [le ~] zelfstandig naamwoord
- bus [le ~] zelfstandig naamwoord
- car de tourisme [le ~] zelfstandig naamwoord
- autocar [le ~] zelfstandig naamwoord
el autocar (ómnibus; autobús)
l'omnibus; le bus
- omnibus [le ~] zelfstandig naamwoord
- bus [le ~] zelfstandig naamwoord
el autocar
l'autocar; le car de tourisme
- autocar [le ~] zelfstandig naamwoord
- car de tourisme [le ~] zelfstandig naamwoord
el autocar
l'autocar
- autocar [le ~] zelfstandig naamwoord
el autocar (coche de viaje; autobús)
l'autobus; l'autocar
- autobus [le ~] zelfstandig naamwoord
- autocar [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor autocar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autobus	autobús; autocar; coche de viaje	autobuses; autobús
autocar	autobús; autocar; coche de viaje
bus	autobús; autocar; coche de viaje; ómnibus	bus
car de tourisme	autobús; autocar; coche de viaje
omnibus	autobús; autocar; ómnibus

Synoniemen voor "autocar":

bus; autobús; ómnibus; colectivo; pullman; camioneta; guagua

Wiktionary: autocar

autocar

noun

véhicule de transport, pouvoir compter jusqu’à une cinquantaine de places assises, qui effectuer soit du transport en commun sur des lignes régulier, soit du transport scolaire, soit du transport de touristes.
- autocar → autocar

Cross Translation:

From	To	Via
• autocar	→ autocar	↔ touringcar — een luxe autobus om reizen of uitstappen mee te maken

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: autocar

Uitgebreide vertaling voor autocar (Frans) in het Spaans

autocar:

autocar [le ~] zelfstandig naamwoord

l'autocar (autobus; bus; car de tourisme)

l'autocar (car de tourisme)

Vertaal Matrix voor autocar:

Synoniemen voor "autocar":

Wiktionary: autocar

Uitgebreide vertaling voor autocar (Spaans) in het Frans

autocar:

autocar [el ~] zelfstandig naamwoord

el autocar (autobús; coche de viaje)

el autocar (ómnibus; autobús)

el autocar

el autocar

el autocar (coche de viaje; autobús)

Vertaal Matrix voor autocar:

Synoniemen voor "autocar":

Wiktionary: autocar