Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Zoek: contaminer

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: contaminer

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

contaminer:
- contaminar; contagiar; infectar; emponzoñar; intoxicar
Wiktionary:
- contaminer → contaminar, infectar, contagiar

Frans

Uitgebreide vertaling voor contaminer (Frans) in het Spaans

contaminer:

contaminer werkwoord (contamine, contamines, contaminons, contaminez, contaminent, contaminais, contaminait, contaminions, contaminiez, contaminaient, contaminai, contaminas, contamina, contaminâmes, contaminâtes, contaminèrent, contaminerai, contamineras, contaminera, contaminerons, contaminerez, contamineront)

contaminer (infecter; souiller; transmettre; communiquer; intoxiquer)
contaminar; contagiar; infectar
- contaminar werkwoord
- contagiar werkwoord
- infectar werkwoord
contaminer (empoisonner; intoxiquer; infecter; souiller)
emponzoñar; intoxicar
- emponzoñar werkwoord
- intoxicar werkwoord

Conjugations for contaminer:

Présent

contamine
contamines
contamine
contaminons
contaminez
contaminent

imparfait

contaminais
contaminais
contaminait
contaminions
contaminiez
contaminaient

passé simple

contaminai
contaminas
contamina
contaminâmes
contaminâtes
contaminèrent

futur simple

contaminerai
contamineras
contaminera
contaminerons
contaminerez
contamineront

subjonctif présent

que je contamine
que tu contamines
qu'il contamine
que nous contaminions
que vous contaminiez
qu'ils contaminent

conditionnel présent

contaminerais
contaminerais
contaminerait
contaminerions
contamineriez
contamineraient

passé composé

ai contaminé
as contaminé
a contaminé
avons contaminé
avez contaminé
ont contaminé

divers

contamine!
contaminez!
contaminons!
contaminé
contaminant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor contaminer:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contagiar	communiquer; contaminer; infecter; intoxiquer; souiller; transmettre
contaminar	communiquer; contaminer; infecter; intoxiquer; souiller; transmettre	polluer; rendre sale; salir; souiller
emponzoñar	contaminer; empoisonner; infecter; intoxiquer; souiller	aigrir; empoisonner; enfieller; exaspérer; gâter; irriter
infectar	communiquer; contaminer; infecter; intoxiquer; souiller; transmettre	infecter
intoxicar	contaminer; empoisonner; infecter; intoxiquer; souiller

Synoniemen voor "contaminer":

infecter; transmettre; salir; empoisonner; intoxiquer; envenimer; gâter; corrompre; souiller; empester; empuantir; pourrir; avarier; moisir; détériorer; aigrir; rancir; croupir; faisander; putréfier; décomposer; désagréger; polluer

Wiktionary: contaminer

Cross Translation:

From	To	Via
• contaminer	→ contaminar; infectar; contagiar	↔ kontaminieren — Umwelt, transitiv: etwas mit

Computer vertaling door derden: