Frans
Uitgebreide vertaling voor de quoi (Frans) in het Spaans
quoi:
-
quoi (lequel; lesquelles; laquelle; lesquels)
Vertaal Matrix voor quoi:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cuál | laquelle; lequel; lesquelles; lesquels; quoi | |
qué | laquelle; lequel; lesquelles; lesquels; quoi | quel genre de |
Synoniemen voor "quoi":
de quoi:
-
de quoi (dont; desquels; duquel; de laquelle; desquelles; d'où)
-
de quoi (d'où; dont)
-
de quoi (parmi lesquels; dont; entre quoi; entre; duquel; d'où; desquels; desquelles; de laquelle; parmi lesquelles)
entre los cuales; entre lo cual-
entre los cuales bijvoeglijk naamwoord
-
entre lo cual bijvoeglijk naamwoord
-
-
de quoi (autour de quoi)
Vertaal Matrix voor de quoi:
à quoi:
-
à quoi (pourquoi; pour quelle raison; à laquelle)
-
à quoi (auquel; à laquelle; auxquels; auxquelles)
a la cual; a la que; en que; a las cuales; a que; al que; a lo que; a los cuales; a lo cual; al cual-
a la cual bijvoeglijk naamwoord
-
a la que bijvoeglijk naamwoord
-
en que bijvoeglijk naamwoord
-
a las cuales bijvoeglijk naamwoord
-
a que bijvoeglijk naamwoord
-
al que bijvoeglijk naamwoord
-
a lo que bijvoeglijk naamwoord
-
a los cuales bijvoeglijk naamwoord
-
a lo cual bijvoeglijk naamwoord
-
al cual bijvoeglijk naamwoord
-
-
à quoi (où; dans lequel; en quoi; sur laquelle; par où; sur lequel; sur lesquelles; sur quoi; sur lesquels)
en que; en el cual; en la que; en la cual; en el que-
en que bijvoeglijk naamwoord
-
en el cual bijvoeglijk naamwoord
-
en la que bijvoeglijk naamwoord
-
en la cual bijvoeglijk naamwoord
-
en el que bijvoeglijk naamwoord
-
-
à quoi
-
à quoi (contre lesquelles; auxquelles; contre quoi; contre laquelle; auxquels; à laquelle; contre lequel; contre lesquels)
para qué; para lo que; para el que; contra lo cual; contra qué; contra el que; contra la cual; contra el cual-
para qué bijvoeglijk naamwoord
-
para lo que bijvoeglijk naamwoord
-
para el que bijvoeglijk naamwoord
-
contra lo cual bijvoeglijk naamwoord
-
contra qué bijvoeglijk naamwoord
-
contra el que bijvoeglijk naamwoord
-
contra la cual bijvoeglijk naamwoord
-
contra el cual bijvoeglijk naamwoord
-
-
à quoi (adroit; honnête; sincère; vrai; intègre; franc; par où; direct; de bonne foi; en quoi; dans lequel; sur laquelle; sur lesquels; où; sur lequel; sur quoi; sur lesquelles)