Hôtel: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

hôtel:
- hotel; habitación; hostal; empresa hotelera; casa de huéspedes; pensión; internado; pensiones; casa de pupilos; empresa de hostelería
Wiktionary:
- hôtel → hotel, albergue
- hôtel → hotel

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

hotel:
- hôtel; hôtellerie; auberge; pension; chambre d'hôtel; industrie hôtelière
Wiktionary:
- hotel → hôtel
- hotel → hôtel

Frans

Uitgebreide vertaling voor hôtel (Frans) in het Spaans

hôtel:

hôtel [le ~] zelfstandig naamwoord

l'hôtel (hôtellerie; auberge; pension; chambre d'hôtel)
el hotel; la habitación; el hostal; la empresa hotelera; la casa de huéspedes; la pensión; el internado
- hotel [el ~] zelfstandig naamwoord
- habitación [la ~] zelfstandig naamwoord
- hostal [el ~] zelfstandig naamwoord
- empresa hotelera [la ~] zelfstandig naamwoord
- casa de huéspedes [la ~] zelfstandig naamwoord
- pensión [la ~] zelfstandig naamwoord
- internado [el ~] zelfstandig naamwoord
l'hôtel (pension; hôtellerie; maison de famille; auberge; chambre d'hôtel)
la pensión; la casa de huéspedes; la pensiones; la habitación; la casa de pupilos
- pensión [la ~] zelfstandig naamwoord
- casa de huéspedes [la ~] zelfstandig naamwoord
- pensiones [la ~] zelfstandig naamwoord
- habitación [la ~] zelfstandig naamwoord
- casa de pupilos [la ~] zelfstandig naamwoord
l'hôtel (industrie de hôtel; café; restaurant)
la empresa de hostelería
- empresa de hostelería [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hôtel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
casa de huéspedes	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	chambre d'hôtel; hébergement; logement; pension
casa de pupilos	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension
empresa de hostelería	café; hôtel; industrie de hôtel; restaurant
empresa hotelera	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; pension	chaîne d'hôtels; hôtellerie; industrie hôtelière
habitación	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; immeuble; logement; maison; maison d'accueil; occupation
hostal	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; pension	hôtellerie; industrie hôtelière
hotel	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; pension	hôtellerie; industrie hôtelière
internado	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; pension	chambre d'hôtel; institut; internat; pension; pensionnat
pensiones	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension
pensión	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	chambre d'hôtel; pension; pension annuelle; pension de retraite; rente annuelle; rente viagère

Synoniemen voor "hôtel":

auberge; taverne; guinguette; restaurant; pension; palace; hôtellerie; cabaret; gargote; boui-boui; motel; relais; halte; poste; arrêt; étape; commutateur

Wiktionary: hôtel

hôtel

noun

Établissement d’hébergement
- hôtel → hotel; albergue

Cross Translation:

From	To	Via
• hôtel	→ hotel	↔ Hotel — Beherbergungsbetrieb, der neben Raum zur Unterbringung, Verpflegung und Aufenthalt von Gast auch über eine Rezeption verfügt

Verwante vertalingen van hôtel

Spaans

Uitgebreide vertaling voor hôtel (Spaans) in het Frans

hotel:

hotel [el ~] zelfstandig naamwoord

el hotel (habitación; hostal; empresa hotelera; casa de huéspedes; pensión; internado)
l'hôtel; l'hôtellerie; l'auberge; la pension; la chambre d'hôtel
- hôtel [le ~] zelfstandig naamwoord
- hôtellerie [la ~] zelfstandig naamwoord
- auberge [la ~] zelfstandig naamwoord
- pension [la ~] zelfstandig naamwoord
- chambre d'hôtel [la ~] zelfstandig naamwoord
el hotel (empresa hotelera; hostelería; hostal; industria hotelera; ramo hotelero)
l'hôtellerie; l'industrie hôtelière
- hôtellerie [la ~] zelfstandig naamwoord
- industrie hôtelière [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hotel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
auberge	casa de huéspedes; empresa hotelera; habitación; hostal; hotel; internado; pensión	apuro; bar; bayuca; cafetería; café; casa de huéspedes; casa de pupilos; establecimiento; habitación; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; pensiones; pensión; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta
chambre d'hôtel	casa de huéspedes; empresa hotelera; habitación; hostal; hotel; internado; pensión	casa de huéspedes; casa de pupilos; habitación; habitación de hotel; internado; pensiones; pensión
hôtel	casa de huéspedes; empresa hotelera; habitación; hostal; hotel; internado; pensión	casa de huéspedes; casa de pupilos; empresa de hostelería; habitación; pensiones; pensión
hôtellerie	casa de huéspedes; empresa hotelera; habitación; hostal; hostelería; hotel; industria hotelera; internado; pensión; ramo hotelero	bar; cafetería; casa de huéspedes; casa de pupilos; empresa hotelera; establecimiento; habitación; hostelería; industria hotelera; local; mesón; pensiones; pensión; posada; ramo hotelero; sala; taberna; tasca
industrie hôtelière	empresa hotelera; hostal; hostelería; hotel; industria hotelera; ramo hotelero	empresa hotelera; hostelería; industria hotelera; ramo hotelero
pension	casa de huéspedes; empresa hotelera; habitación; hostal; hotel; internado; pensión	casa de huéspedes; casa de pupilos; habitación; internado; jubilación; pensiones; pensión; pensión de jubilación; pupilaje

Verwante woorden van "hotel":

hoteles

Wiktionary: hotel

hotel

noun

Établissement d’hébergement
- hôtel → hotel; albergue

Cross Translation:

From	To	Via
• hotel	→ hôtel	↔ Hotel — Beherbergungsbetrieb, der neben Raum zur Unterbringung, Verpflegung und Aufenthalt von Gast auch über eine Rezeption verfügt

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: hôtel

Uitgebreide vertaling voor hôtel (Frans) in het Spaans

hôtel:

hôtel [le ~] zelfstandig naamwoord

l'hôtel (hôtellerie; auberge; pension; chambre d'hôtel)

l'hôtel (pension; hôtellerie; maison de famille; auberge; chambre d'hôtel)

l'hôtel (industrie de hôtel; café; restaurant)

Vertaal Matrix voor hôtel:

Synoniemen voor "hôtel":

Wiktionary: hôtel

Verwante vertalingen van hôtel

Uitgebreide vertaling voor hôtel (Spaans) in het Frans

hotel:

hotel [el ~] zelfstandig naamwoord

el hotel (habitación; hostal; empresa hotelera; casa de huéspedes; pensión; internado)

el hotel (empresa hotelera; hostelería; hostal; industria hotelera; ramo hotelero)

Vertaal Matrix voor hotel:

Verwante woorden van "hotel":

Wiktionary: hotel

Verwante vertalingen van hôtel