Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
irrévocable:
- inevitable; ineludible; irremediable; irrevocable; definitivo; final; decisivo; en último lugar; finalmente; al final; al fin; irreparable; a fin de cuentas; indiscutible; sin duda; irrefutable; incontestable; incuestionable; de seguro; de fijo; sin lugar a dudas; con toda seguridad; irremediablemente; sin remedio
-
Wiktionary:
- irrévocable → inmodificable
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
Frans
Uitgebreide vertaling voor irrévocable (Frans) in het Spaans
irrévocable:
-
irrévocable (inévitable; irréfutable; nécessaire; certain; définitif; nécessairement; inéluctable; définitivement; d'urgence)
inevitable; ineludible; irremediable; irrevocable-
inevitable bijvoeglijk naamwoord
-
ineludible bijvoeglijk naamwoord
-
irremediable bijvoeglijk naamwoord
-
irrevocable bijvoeglijk naamwoord
-
-
irrévocable (définitif; définitivement; permanent; fixe; pour toujours; pour de bon; établi; certain)
-
irrévocable (définitif; ultime; décisif; final)
definitivo; final; decisivo; en último lugar; finalmente; al final; al fin; ineludible; irrevocable; irremediable; irreparable; a fin de cuentas-
definitivo bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
decisivo bijvoeglijk naamwoord
-
en último lugar bijvoeglijk naamwoord
-
finalmente bijvoeglijk naamwoord
-
al final bijvoeglijk naamwoord
-
al fin bijvoeglijk naamwoord
-
ineludible bijvoeglijk naamwoord
-
irrevocable bijvoeglijk naamwoord
-
irremediable bijvoeglijk naamwoord
-
irreparable bijvoeglijk naamwoord
-
a fin de cuentas bijvoeglijk naamwoord
-
-
irrévocable (irréfutable; sans réplique; certainement; assurément; selon toute probabilité)
definitivo; inevitable; indiscutible; ineludible; sin duda; irrevocable; irremediable; irrefutable; incontestable; incuestionable; de seguro; de fijo; sin lugar a dudas; con toda seguridad-
definitivo bijvoeglijk naamwoord
-
inevitable bijvoeglijk naamwoord
-
indiscutible bijvoeglijk naamwoord
-
ineludible bijvoeglijk naamwoord
-
sin duda bijvoeglijk naamwoord
-
irrevocable bijvoeglijk naamwoord
-
irremediable bijvoeglijk naamwoord
-
irrefutable bijvoeglijk naamwoord
-
incontestable bijvoeglijk naamwoord
-
incuestionable bijvoeglijk naamwoord
-
de seguro bijvoeglijk naamwoord
-
de fijo bijvoeglijk naamwoord
-
sin lugar a dudas bijvoeglijk naamwoord
-
con toda seguridad bijvoeglijk naamwoord
-
-
irrévocable (irréparable; irrémédiablement; désespéré; irrémédiable; sans espoir; irrattrapable; irréparablement)
irreparable; definitivo; irremediable; irremediablemente; sin remedio-
irreparable bijvoeglijk naamwoord
-
definitivo bijvoeglijk naamwoord
-
irremediable bijvoeglijk naamwoord
-
irremediablemente bijvoeglijk naamwoord
-
sin remedio bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor irrévocable:
Synoniemen voor "irrévocable":
Wiktionary: irrévocable
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• irrévocable | → inmodificable | ↔ unumstößlich — unveränderbar; in einer Art und Weise, in einem Zustand, dass man es nicht mehr ändern kann oder will |
Spaans
Uitgebreide vertaling voor irrévocable (Spaans) in het Frans
irrevocable:
-
irrevocable (definitivo)
définitif; définitivement; permanent; fixe; irrévocable; pour toujours; pour de bon; établi; certain-
définitif bijvoeglijk naamwoord
-
définitivement bijvoeglijk naamwoord
-
permanent bijvoeglijk naamwoord
-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
irrévocable bijvoeglijk naamwoord
-
pour toujours bijvoeglijk naamwoord
-
pour de bon bijvoeglijk naamwoord
-
établi bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
-
irrevocable (a fin de cuentas; último; final; al final; finalmente; al fin; definitivo; irremediable; ineludible; en último lugar; decisivo; inevitable; irreparable)
-
irrevocable (inevitable; ineludible; irremediable)
inévitable; irrévocable; irréfutable; nécessaire; certain; définitif; nécessairement; inéluctable; définitivement; d'urgence-
inévitable bijvoeglijk naamwoord
-
irrévocable bijvoeglijk naamwoord
-
irréfutable bijvoeglijk naamwoord
-
nécessaire bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
définitif bijvoeglijk naamwoord
-
nécessairement bijvoeglijk naamwoord
-
inéluctable bijvoeglijk naamwoord
-
définitivement bijvoeglijk naamwoord
-
d'urgence bijvoeglijk naamwoord
-
-
irrevocable (definitivo; final; decisivo; en último lugar; finalmente; al final; al fin; ineludible; irremediable; irreparable; a fin de cuentas)
définitif; irrévocable; ultime; décisif; final-
définitif bijvoeglijk naamwoord
-
irrévocable bijvoeglijk naamwoord
-
ultime bijvoeglijk naamwoord
-
décisif bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
-
irrevocable (con toda seguridad; definitivo; inevitable; indiscutible; ineludible; sin duda; irremediable; irrefutable; incontestable; incuestionable; de seguro; de fijo; sin lugar a dudas)
irréfutable; sans réplique; irrévocable; certainement; assurément; selon toute probabilité-
irréfutable bijvoeglijk naamwoord
-
sans réplique bijvoeglijk naamwoord
-
irrévocable bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
assurément bijvoeglijk naamwoord
-
selon toute probabilité bijvoeglijk naamwoord
-