Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. amorceur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor amorceur (Frans) in het Spaans

amorceur:

amorceur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'amorceur (séducteur)
    el persuadidor; el tentador; el cebo; el seductor

Vertaal Matrix voor amorceur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cebo amorceur; séducteur amorce; appât; boitte; bouette; boëtte; leurre; piège; pâture
persuadidor amorceur; séducteur
seductor amorceur; séducteur dragueur; play boy; sécuteur
tentador amorceur; séducteur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seductor accueillant; adorable; aimable; aimablement; alléchant; amical; amicalement; attirant; attrayant; charmant; d'une façon charmante; d'une manière attrayante; d'une manière charmante; envoûtant; gentil; gentiment; mignon; plaisant; ravissant; sympa; sympathiquement; séduisant; tentant
tentador adorable; alléchant; attirant; attractif; attrayant; charmant; d'une façon charmante; d'une manière attrayante; d'une manière charmante; mignon; ravissant; séduisant; tentant

Synoniemen voor "amorceur":