Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. pain:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pain (Frans) in het Spaans

pain:

pain [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pain
    el pan
    • pan [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. le pain (torgnole; baffe; gifle; )
    el puñetazo; el golpe; la bofetada; el cachete; el tortazo; el manotazo; la cachetada; el sopapo; la manotada
    • puñetazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • golpe [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bofetada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cachete [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tortazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • manotazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cachetada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sopapo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • manotada [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pain:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bofetada baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole bobards; bêtises; calotte; claque; coup; gifle; non-sens; petit coup; potins; sottises; soufflet; tape
cachetada baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole calotte; claque; gifle; soufflet
cachete baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole calotte; claque; joue; pommette
golpe baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole bataille; beigne; bobards; boum; bourrade; brisure; bêtises; caillot; choc; claque; cognement; colosse; combat; coup; coup violent; crac; crochet; floc; fracas; fêlure; gifle; gnon; grondement; gros morceau; grumeau; guerre; hameçon; heurt; limande commune; lourde chute; lutte; masse; mastodonte; morceau; motte; mouvement brusque; non-sens; petit coup; plouf; potins; saccade; secousse; sottises; tapage; tape; torgniole; type; à-coup; éclat
manotada baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole
manotazo baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole
pan pain
puñetazo baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole beigne; bourrade; claque; coup; coup de poing; torgniole; torgnole
sopapo baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole beigne; bourrade; chataîgne; gnon; marron; torgniole
tortazo baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole chataîgne; gnon; marron

Synoniemen voor "pain":


Wiktionary: pain

pain
noun
  1. Aliment

Cross Translation:
FromToVia
pain pan bread — baked dough made from cereals
pain pan bread — countable: any variety of bread
pain cabeza de familia breadwinner — primary income-earner in a household
pain bollo bun — A small bread roll, often sweetened or spiced
pain pan Brotkein Plural: aus weißem, dunklem Mehl oder Mehlmischungen, Wasser, Salz (und ggf. Sauerteig) gebackenes Nahrungsmittel

Verwante vertalingen van pain