Franse synoniemen van abrégé, ander woord voor abrégé

Remove Ads

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

abrégé:
- résumé; récapitulation; abrégé; condensé; plan; plan municipal; dessin des lieux; projet de base; dessin; aperçu; sommaire; aperçu de la situation; exposé
- écourté; abrégé; réduit

Frans

Uitgebreide synoniemen voor abrégé in het Frans

abrégé:

abrégé [le ~] zelfstandig naamwoord

l'abrégé
le résumé; la récapitulation; l'abrégé; le condensé
- résumé [le ~] zelfstandig naamwoord
- récapitulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- abrégé [le ~] zelfstandig naamwoord
- condensé [le ~] zelfstandig naamwoord
l'abrégé
le plan; le plan municipal; le dessin des lieux; le projet de base; le dessin; l'aperçu; la récapitulation; le résumé; le sommaire; l'aperçu de la situation; l'abrégé; l'exposé; le condensé
- plan [le ~] zelfstandig naamwoord
- plan municipal [le ~] zelfstandig naamwoord
- dessin des lieux [le ~] zelfstandig naamwoord
- projet de base [le ~] zelfstandig naamwoord
- dessin [le ~] zelfstandig naamwoord
- aperçu [le ~] zelfstandig naamwoord
- récapitulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- résumé [le ~] zelfstandig naamwoord
- sommaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- aperçu de la situation [le ~] zelfstandig naamwoord
- abrégé [le ~] zelfstandig naamwoord
- exposé [le ~] zelfstandig naamwoord
- condensé [le ~] zelfstandig naamwoord
l'abrégé
l'aperçu de la situation; le dessin des lieux; le plan; le résumé; le dessin; le sommaire; l'exposé; la récapitulation; l'aperçu; l'abrégé; le condensé
- aperçu de la situation [le ~] zelfstandig naamwoord
- dessin des lieux [le ~] zelfstandig naamwoord
- plan [le ~] zelfstandig naamwoord
- résumé [le ~] zelfstandig naamwoord
- dessin [le ~] zelfstandig naamwoord
- sommaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- exposé [le ~] zelfstandig naamwoord
- récapitulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- aperçu [le ~] zelfstandig naamwoord
- abrégé [le ~] zelfstandig naamwoord
- condensé [le ~] zelfstandig naamwoord

abrégé bijvoeglijk naamwoord

abrégé
écourté; abrégé; réduit
- écourté bijvoeglijk naamwoord
- abrégé bijvoeglijk naamwoord
- réduit bijvoeglijk naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "abrégé":

bref; raccourci; simplifié; abréviation; sigle; initiales; aide-mémoire; mémento; pense-bête; aperçu; esquisse; résumé; exposé; idée; appréciation; estimation; exemple; bas; diminué; courtaud; petit; vil; abject; commun; vulgaire; collant; chaussette; compendium; condensé; court; fugace; concis; laconique; momentané; éphémère; passager; transitoire; sommaire; lapidaire; succinct; précaire; échantillon; spécimen; modèle; écourté; rogné; épitomé; sec; manuel; à la main; artisanal; précis; livre; notice; traverse; récapitulation; inventaire; rappel; schéma; représentation; figure; diagramme; plan; dessin; canevas; ébauche; structure; topo; croquis

Remove Ads

Synoniemen voor "abrégé" in het Frans

Uitgebreide synoniemen voor abrégé in het Frans

abrégé:

abrégé [le ~] zelfstandig naamwoord

l'abrégé

l'abrégé

l'abrégé

abrégé bijvoeglijk naamwoord

abrégé

Alternatieve synoniemen voor "abrégé":