Frans

Uitgebreide synoniemen voor allure in het Frans

allure:

allure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'allure
    l'apparence; l'allure; la forme; la figure; la mine; l'aspect; l'air; le physique; l'extérieur
    • apparence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • allure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • forme [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mine [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aspect [le ~] zelfstandig naamwoord
    • air [le ~] zelfstandig naamwoord
    • physique [le ~] zelfstandig naamwoord
    • extérieur [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'allure
    la rapidité; la vélocité; l'allure; la promptitude; la précipitation; la vitesse
  3. l'allure
    l'apparence; l'allure; l'air; l'aspect
    • apparence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • allure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • air [le ~] zelfstandig naamwoord
    • aspect [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'allure
    l'airs; l'apparence; l'allure
    • airs [le ~] zelfstandig naamwoord
    • apparence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • allure [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. l'allure
    le trot; l'allure; le galop
    • trot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • allure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • galop [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'allure
    la démarche; le pas; l'allure
    • démarche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • allure [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. l'allure
    la vitesse; l'allure; la marche; l'à toute allure
  8. l'allure
    la vitesse; la vitesse de conduite; le train; l'allure
  9. l'allure
    l'agilité; la vitesse; l'allure; la rapidité; la vélocité

Alternatieve synoniemen voor "allure":


Verwante synoniemen voor allure