Overzicht
Frans Synoniemen: Meer gegevens...
-
cependant:
- néanmoins; mais; cependant; pourtant; toutefois; tout de même; et pourtant; entre-temps; déjà; en attendant; pendant ce temps; d'avance; quand-même; malgré cela; de toute façon; bien sûr; naturellement; évidemment; certainement; sans aucun doute; en effet; évident; quand même; cela va de soi; sans doute; sans contrainte; bien entendu; forcément; de toute évidence; effectivement; certes; naturel; d'ailleurs; avec; aussi; également; encore
- cependant; pourtant; mais
Frans
Uitgebreide synoniemen voor cependant in het Frans
cependant:
-
cependant
néanmoins; mais; cependant; pourtant; toutefois; tout de même; et pourtant-
néanmoins bijvoeglijk naamwoord
-
mais bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
pourtant bijvoeglijk naamwoord
-
toutefois bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
et pourtant bijvoeglijk naamwoord
-
-
cependant
cependant; entre-temps; déjà; en attendant; pendant ce temps; d'avance-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
entre-temps bijvoeglijk naamwoord
-
déjà bijvoeglijk naamwoord
-
en attendant bijvoeglijk naamwoord
-
pendant ce temps bijvoeglijk naamwoord
-
d'avance bijvoeglijk naamwoord
-
-
cependant
quand-même; néanmoins; toutefois; cependant; malgré cela; de toute façon-
quand-même bijvoeglijk naamwoord
-
néanmoins bijvoeglijk naamwoord
-
toutefois bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
malgré cela bijvoeglijk naamwoord
-
de toute façon bijvoeglijk naamwoord
-
-
cependant
-
cependant
toutefois; tout de même; néanmoins; cependant-
toutefois bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
néanmoins bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
-
cependant
bien sûr; naturellement; évidemment; certainement; pourtant; sans aucun doute; en effet; évident; quand même; de toute façon; cela va de soi; sans doute; tout de même; sans contrainte; cependant; bien entendu; forcément; de toute évidence; effectivement; certes; naturel; d'ailleurs-
bien sûr bijvoeglijk naamwoord
-
naturellement bijvoeglijk naamwoord
-
évidemment bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
pourtant bijvoeglijk naamwoord
-
sans aucun doute bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
quand même bijvoeglijk naamwoord
-
de toute façon bijvoeglijk naamwoord
-
cela va de soi bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
bien entendu bijvoeglijk naamwoord
-
forcément bijvoeglijk naamwoord
-
de toute évidence bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
d'ailleurs bijvoeglijk naamwoord
-
-
cependant