Frans

Uitgebreide synoniemen voor fou in het Frans

fou:

fou bijvoeglijk naamwoord

  1. fou
    fou; atteint de troubles mentaux; lunatique; aliéné; délirant; idiot; sot
  2. fou
    fou; farfelu; idiot; imbécile; bête; dérangé; frénétique; loufoque; dingue; toqué; perturbé; sot; stupide; délirant; idiotement; débile; dément; effréné; cinglé; follement; troublé; absurde; sottement; d'une manière imbécile
  3. fou
    fou; sot; idiot; idiotement; imbécile
  4. fou
    fou; dingue; complètement dingue; toqué
  5. fou
    idiotement; folle; fou; dingue; toqué; bête; stupide; délirant; frénétique; sottement; absurde; sot; brumeux; idiot
  6. fou
    fou; sot; imprudent; idiot; sottement; folle; insensé; sotte; follement; bariolé; déraisonnable; de façon irrationnelle
  7. fou
    fantastique; fabuleux; génial; astucieux; lunatique; dément; délirant; fou; sensé; habile; de génie; malin; d'une manière sensée; d'une façon géniale
  8. fou
    fou
    • fou bijvoeglijk naamwoord
  9. fou
    fou; mentalement perturbé; désaxé; sot; sottement
  10. fou
    bizarre; curieux; étranger; étrange; drôle; fou; dingue; particulier; sot; particulièrement; singulier; curieuse; étrangement; bizarrement; singulière
  11. fou
    folle; imbécile; fou; dingue; dérangé; frénétique; absurde; perturbé; stupide; effréné; bête; sottement; idiotement; sot; farfelu; débile; dément; idiot; cinglé; délirant; follement; troublé; loufoque; toqué; d'une manière imbécile
  12. fou
    gourmand; fou; friand
    • gourmand bijvoeglijk naamwoord
    • fou bijvoeglijk naamwoord
    • friand bijvoeglijk naamwoord
  13. fou
    bizarre; caractéristique; spécial; particulier; curieux; particulièrement; bizarrement; capricieux; dingue; excentrique; drôle; singulier; singulièrement; fantasque; fou; spécifique; typique; curieuse; singulière; étranger; étrange; sot; à part; représentatif; étrangement; baroque; typiquement; d'une manière baroque
  14. fou
    fabuleux; fou; dément; fantastique; délirant; gigantesque; lunatique
  15. fou
    fou; sot; insensé; idiot; déraisonnable
  16. fou
    fou; dingue
    • fou bijvoeglijk naamwoord
    • dingue bijvoeglijk naamwoord
  17. fou
    fou; dingue; farfelu; dément
    • fou bijvoeglijk naamwoord
    • dingue bijvoeglijk naamwoord
    • farfelu bijvoeglijk naamwoord
    • dément bijvoeglijk naamwoord

fou [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fou
    le fou; le sot
    • fou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sot [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. le fou
    le fou; la nullité; l'imbécile; le nullard; le niais; le nigaud; le toqué; le sot; l'idiot; le minus
    • fou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nullité [la ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécile [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nullard [le ~] zelfstandig naamwoord
    • niais [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nigaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • toqué [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • minus [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. le fou
    l'hurluberlu; l'arlequin; le bouffon; le fou; le polichinelle; l'imbécile; l'écervelé; le sot; le niais; l'idiot
    • hurluberlu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • arlequin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bouffon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • polichinelle [le ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécile [le ~] zelfstandig naamwoord
    • écervelé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • niais [le ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. le fou
    le fou; le toqué; l'handicapé mental; l'imbécile; l'aliéné; l'écervelé
  5. le fou
    le déséquilibré; le fou; le nigaud; le sot; le dément; l'aliéné; le toqué; le desaxé
    • déséquilibré [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nigaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dément [le ~] zelfstandig naamwoord
    • aliéné [le ~] zelfstandig naamwoord
    • toqué [le ~] zelfstandig naamwoord
    • desaxé [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. le fou
    le polichinelle; le bouffon; l'arlequin; le fou
    • polichinelle [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bouffon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • arlequin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fou [le ~] zelfstandig naamwoord
  7. le fou
    l'imbécile; le malade mental; le sot; le forcené; le barbare; le toqué; le fou; le dément; l'idiot; le déséquilibré; l'enragé; l'aliéné mental

Alternatieve synoniemen voor "fou":


Verwante synoniemen voor fou