Frans

Uitgebreide synoniemen voor logement in het Frans

logement:

logement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le logement
    la résidence; la maison; le logement; le domicile; l'habitation; la demeure; le chez-soi; le logis; le foyer; la maison d'habitation
  2. le logement
    l'accommodation; le logement; l'hébergement; le domicile; l'habitation; l'abri; le gîte; le foyer; l'hospice; la maison d'accueil
  3. le logement
    la nuitée; le logement; le fait de passer la nuit; le coucher; la nuit
  4. le logement
    le logement; le logis
    • logement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • logis [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. le logement
    le logement; l'abri; l'hébergement; le refuge; l'asile
    • logement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • abri [le ~] zelfstandig naamwoord
    • hébergement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • refuge [le ~] zelfstandig naamwoord
    • asile [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. le logement
    l'hébergement; le logement
  7. le logement
    l'accommodation; le logement; l'hébergement; l'abri
  8. le logement
    le logement

Alternatieve synoniemen voor "logement":


Verwante synoniemen voor logement