Franse synoniemen van petit, ander woord voor petit

Frans

Uitgebreide synoniemen voor petit in het Frans

petit:

petit bijvoeglijk naamwoord

petit
petit
- petit bijvoeglijk naamwoord
petit
étroit; serré; petit; restreint; étouffé; ténu; étroitement; limité; étouffant; pressant; petitement
- étroit bijvoeglijk naamwoord
- serré bijvoeglijk naamwoord
- petit bijvoeglijk naamwoord
- restreint bijvoeglijk naamwoord
- étouffé bijvoeglijk naamwoord
- ténu bijvoeglijk naamwoord
- étroitement bijvoeglijk naamwoord
- limité bijvoeglijk naamwoord
- étouffant bijvoeglijk naamwoord
- pressant bijvoeglijk naamwoord
- petitement bijvoeglijk naamwoord
petit
petit; provincial; petit-bourgeois; borné; serré; mesquin; exigu; étriqué; petitement; à l'étroit
- petit bijvoeglijk naamwoord
- provincial bijvoeglijk naamwoord
- petit-bourgeois bijvoeglijk naamwoord
- borné bijvoeglijk naamwoord
- serré bijvoeglijk naamwoord
- mesquin bijvoeglijk naamwoord
- exigu bijvoeglijk naamwoord
- étriqué bijvoeglijk naamwoord
- petitement bijvoeglijk naamwoord
- à l'étroit bijvoeglijk naamwoord
petit
petit; minuscule; tout petit; petitement; très petit
- petit bijvoeglijk naamwoord
- minuscule bijvoeglijk naamwoord
- tout petit bijvoeglijk naamwoord
- petitement bijvoeglijk naamwoord
- très petit bijvoeglijk naamwoord

petit [le ~] zelfstandig naamwoord

le petit
l'enfant; le bambin; la petite fille; le petit; le petit garçon
- enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- petite fille [la ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit garçon [le ~] zelfstandig naamwoord
le petit
le chaton; le petit
- chaton [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
le petit
le chiot; le petit
- chiot [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
le petit
le bambin; le bébé; le nouveau-né; le nourrisson; le petit
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- bébé [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau-né [le ~] zelfstandig naamwoord
- nourrisson [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
le petit
le mioche; le bébé; le bambin; l'asticot; le tout-petit; le vermisseau; l'avorton; le gamin; l'enfant; le moutard; le gosse; le têtard; le petiot; le petit; la petite fille; le nabot; le petit enfant; le petit garçon; le jeune enfant
- mioche [le ~] zelfstandig naamwoord
- bébé [le ~] zelfstandig naamwoord
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- asticot [le ~] zelfstandig naamwoord
- tout-petit [le ~] zelfstandig naamwoord
- vermisseau [le ~] zelfstandig naamwoord
- avorton [le ~] zelfstandig naamwoord
- gamin [le ~] zelfstandig naamwoord
- enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
- moutard [le ~] zelfstandig naamwoord
- gosse [le ~] zelfstandig naamwoord
- têtard [le ~] zelfstandig naamwoord
- petiot [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
- petite fille [la ~] zelfstandig naamwoord
- nabot [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit garçon [le ~] zelfstandig naamwoord
- jeune enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
le petit
le môme; le bambin; l'enfant; le petit; la petite fille; le petit garçon
- môme [le ~] zelfstandig naamwoord
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
- petite fille [la ~] zelfstandig naamwoord
- petit garçon [le ~] zelfstandig naamwoord
le petit
le bébé; l'enfant; le petit; la petite fille; le bambin; le petit garçon
- bébé [le ~] zelfstandig naamwoord
- enfant [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit [le ~] zelfstandig naamwoord
- petite fille [la ~] zelfstandig naamwoord
- bambin [le ~] zelfstandig naamwoord
- petit garçon [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "petit":

bas; bref; abrégé; diminué; courtaud; vil; abject; commun; vulgaire; collant; chaussette; bébé; enfant; nourrisson; nouveau-né; poupon; baby; bambin; gamin; rejeton; descendant; chérubin; ange; adolescent; étriqué; étroit; rétréci; médiocre; sec; court; exigu; étréci; limité; réduit; restreint; mince; étranglé; serré; juste; fils; fiston; garçon; ficelles; liens; jeune; juvénile; récent; junior; cadet; novice; nouveau; frais; inexpérimenté; moyen; ordinaire; quelconque; modéré; passable; maigre; minime; piètre; négligeable; minable; mesquin; avare; pauvre; modique; moindre; inférieur; petiot; sommaire

Synoniemen voor "petit" in het Frans

Uitgebreide synoniemen voor petit in het Frans

petit:

petit bijvoeglijk naamwoord

petit

petit

petit

petit

petit [le ~] zelfstandig naamwoord

le petit

le petit

le petit

le petit

le petit

le petit

le petit

Alternatieve synoniemen voor "petit":

Verwante synoniemen voor petit