Frans

Uitgebreide synoniemen voor répit in het Frans

répit:

répit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le répit
    le sursis; le répit
    • sursis [le ~] zelfstandig naamwoord
    • répit [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. le répit
    le délaissement; le répit; la relâche; la pause
  3. le répit
    le délai; le sursis; l'ajournement; la permutation; le déplacement; le transfert; le répit

Alternatieve synoniemen voor "répit":