Franse synoniemen van trou, ander woord voor trou

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

trou:
- trou; brèche; ouverture; trouée; fosse; creux; cavité; oeil; oeillet; fuite; vide; petit trou; soupirail; ventouse; évent; heure creuse; heure libre; lieu écarté; endroit perdu; coin perdu

Frans

Uitgebreide synoniemen voor trou in het Frans

le trou
le trou; la brèche; l'ouverture; la trouée
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
- brèche [la ~] zelfstandig naamwoord
- ouverture [la ~] zelfstandig naamwoord
- trouée [la ~] zelfstandig naamwoord
le trou
le trou; la fosse; le creux; la cavité
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
- fosse [la ~] zelfstandig naamwoord
- creux [le ~] zelfstandig naamwoord
- cavité [la ~] zelfstandig naamwoord
le trou
l'oeil; l'oeillet; le trou
- oeil [le ~] zelfstandig naamwoord
- oeillet [le ~] zelfstandig naamwoord
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
le trou
la fuite; le vide; le trou; l'ouverture; le petit trou
- fuite [la ~] zelfstandig naamwoord
- vide [le ~] zelfstandig naamwoord
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
- ouverture [la ~] zelfstandig naamwoord
- petit trou [le ~] zelfstandig naamwoord
le trou
le soupirail; le trou; la ventouse; l'évent
- soupirail [le ~] zelfstandig naamwoord
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
- ventouse [la ~] zelfstandig naamwoord
- évent [le ~] zelfstandig naamwoord
le trou
l'heure creuse; l'heure libre; le trou
- heure creuse [la ~] zelfstandig naamwoord
- heure libre [la ~] zelfstandig naamwoord
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
le trou
le lieu écarté; l'endroit perdu; le coin perdu; le trou
- lieu écarté [le ~] zelfstandig naamwoord
- endroit perdu [le ~] zelfstandig naamwoord
- coin perdu [le ~] zelfstandig naamwoord
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord
le trou
le trou
- trou [le ~] zelfstandig naamwoord